Reisverslag 63
Plaats: Portugal
Datum: 9 t/m 15 april
9 april
Het is een stralende dag, we gaan relaxed opstaan, ontbijten, de sleutel van
de onbereikbare douches weer inleveren en de trossen los.
Halve wind varen we richting Lagos, de laatste haven voor we de grote Oceaan op
gaan.
Halverwege vinden we nog een prachtige lagune, waar we heerlijk ankeren. Er
vaart/drijft een vissertje voorbij, als hij naast ons is vangt hij een inktvis.
Inkt spuitend komt hij boven water, een slechte sport voor schone kleren. Trots
laat hij hem aan ons zien, een prachtig gezicht om live de vangst van zo’n
bijzondere vis mee te maken.
We gaan tegen het eind van de middag naar Lagos, waar de haven achter een
loopbrug zit. Omdat wij vroeg weg willen krijgen we een ligplaats in het
riviertje direct voor het kantoor, net voor het bewuste bruggetje.
We verkennen de stad, een leuk centrump om rond te wandelen, drinken op een nog
net zonnig terras onder sinasappelboompjes een biertje en gaan via de boot voor
een warme trui naar een restaurantje wat ons door Karel en Anneke was
aanbevolen.
Een vishandel met allemaal bakken met verse vis nog zwemmend in het water met
daarboven een restaurantje. Houten banken aan houten tafels met een
servet/keukenrol dispenser, alles zeer praktisch in gebruik, voor ons wat
primitief aandoend. Een ruim uitzicht naar buiten over de haven (bij nader
inzien was het een gewone garage-kanteldeur). Maar lekker eten, zeer vers en
geweldig.
We begonnen met clams, daarna gamba’s in knoflook gebakken, en dan bedoel ik een
pond knoflook en een pond garnalen in die verhouding. Als voltreffer een hele
kreeft met zijn vieren. We hebben hem zelf, nog levend, uitgezocht. De enige
bijlage bestond uit brood en wijn, maar dat was ook meer dan genoeg.
Aan boord nog een boompje klaverjassen, met een heerlijk portje (daar kom ik nog
op terug).
10 april
Om 5.15 uur gaat de wekker, want we willen naar Sines, en dat is ca 67 mijl
in rechte lijn.
Koffie en thee zetten en de trossen los. In het donker verlaten we om 5.50 uur
de haven bij bijna windstil weer. De stad is nog rumoerig van de laatste
bargangers. De straatverlichting en de palmen langs de waterkant maken het tot
een fraai afscheid van een aardige stad.
De maan schijnt niet, maar er staan nog honderden sterren aan de hemel als we op
zee varen.
Bij het ochtendgloren komen ons een aantal dolfijnen gezelschap houden, zodat
Yke en Antje hier ook kennis mee maken.
Om 8.50 passeren we de Cabo de Sao Vicente, het meest zuidwestelijke puntje van
Portugal onder een stralende zon. We hebben de zeilen bij staan en door de
geringe wind kunnen we dicht langs de kaap varen. Ca 100 meter hoog staan
vissers op de rotswand, hoe ze zien of voelen dat ze beet hebben is ons een
raadsel. Het fraaie lighthouse is een karakteristiek gebouw op een markant punt.
Er staan behoorlijke golven, zo’n 2 a 3 meter. Yke vertrekt geen spier, maar
Antje voelt iets raars in de maag. Eerst nog maar even plat, maar haar geheim
wordt later pas prijsgegeven. Het extra lekkere portje van gisteren moest er nog
uit. Hierna konden we Antje ook weer tot de zeewaardigen rekenen. We hebben er
met z’n vieren heerlijk om gelachen.
Yke gooit de vislijn uit, vol verwachting volgen wij zijn perikelen maar hij
blijft helaas zonder succes, geen tonijn vanavond. (de speciaal daarvoor later
ook nog aangeschafte tonijnhaak blijft ongebruikt)
We zeilen strak aan de wind maar kunnen de kust niet helemaal aanhouden, de
noordoosten wind is iets te noordelijk. De verwachting is dat hij nog verder
naar het noorden zal draaien, en dan is het helemaal kruisen.
We houden naast vol grootzeil en stagfok de motor er bij om voldoende snelheid
en hoogte te houden, want het is een tocht van ca 70 mijl in rechte lijn plus de
kruisomweg, dus totaal ca 85 mijl.
Om 13.10 uur gaan we ca 20 mijl uit de kust overstag weer richting het vaste
land. De wind doet zoals voorspeld, draait verder door, haalt nog wat aan tot 22
kn. Maar we hadden het moment om overstag te gaan niet beter kunnen mikken,
want we komen met een koers als een banaan net een halve mijl boven de haven van
Sines uit. Het laatste uur doen we zelfs de motor uit en zeilen we met 7 kn.
onder gereefd grootzeil en stagfok zo naar de haven, waar we net voor 19.00 uur
binnenlopen.
Sines is een goede haven om te overnachten, hij ligt erg beschut en als je geen
nacht door wilt trekken kun je hier prima terecht. Het is ook de enige
fatsoenlijke haven tussen Lissabon en Lagos. Voor het overige is het een
industriestad waar het stinkt naar raffinage luchtjes.
De stad is een redelijk eind weg, we eten dus aan boord en gaan na weer een
boompje klaverjassen op tijd naar bed. Het was een heerlijke dag.
11 april
We staan relaxed op, en om 9 uur gaan de trossen weer los richting Lissabon.
Het waait lekker en onder vol zeil gaan we op weg. De vislijn gaat ook weer uit.
De wind draait langzaam meer naar het noordwesten. Om Lissabon te halen
besluiten we op een gegeven moment de zeilen neer te halen en een rechte koers
naar Lissabon uit te zetten.
Als we de broodjes met ei en tonijnsalade (niet van eigen vangst) achter de
kiezen hebben draait de wind nog verder naar het westen en haalt wat aan, zodat
we de zeilen weer hijsen en met een lekker gangetje richting Lissabon gaan. Er
passeert nog een konvooi oorlogsbodems die blijkbaar de zee op gaan voor een
oefening. Het wordt al wat later en we doen de motor er bij om een beetje tijd
te winnen. Helaas slaat de motor af als we in behoorlijk rumoerig water komen.
De filters zijn nog schoon dus daar ligt het niet aan. Door het klotsen in de
tank (hij is nog maar gedeeltelijk vol) zuigt hij af en toe lucht aan en
daardoor slaat hij af, voortaan dus eerder tanken. Op rustiger water slaat hij
dan ook later weer probleemloos aan.
Bij Lissabon wordt het al schemerig als we tegen de stroom in buffelend bij de
brug aankomen. We passeren diverse fraaie beelden aan de oever waaronder een
beeld van Hendrik de zeevaarder. De brug heeft twee lagen, de onderste voor een
trein en de bovenste voor wegverkeer. Het wegdek is gemaakt van roosters en
blijkt een onbeschrijflijke herrie te maken. We willen in de haven onder de brug
aanleggen, maar deze blijkt veel te ondiep, gezien de herrie van de brug maar
gelukkig ook. Hierop zijn we terug gevaren naar de marina “Boca de bom Successo”
waar we een mooie ligplaats recht voor de haven ingang vinden. We hebben wel een
lekker maal verdiend, en dineren in ons zeilklofje in een behoorlijk lux
restaurant direct naast de haven. Het eten was er dan ook absoluut
voortreffelijk, de rekening navenant. Om van de haven af te komen moesten we met
de rubberboot naar een ander ponton van de “Pilot dienst”, want de pontons van
de haven waren uitstekend beveiligd met grote hekken, je kwam er met geen
mogelijkheid af laat staan er weer op.
12 april
Om 9 uur is de havenmeester er, en we gaan naar hem toe om ons aan te
melden. Hij raadt ons aan naar een andere haven te gaan, de Doca de Alcantara,
die dichter bij de stad ligt.
We doen eerst nog wat inkopen (en Yke haalt een nat voetje terwijl hij in de
rubber stapt) en ontbijten dan nog waarna we weg willen varen naar de pomp die
in een hoek van de haven ligt. Het blijkt dat we nu bij eb behoorlijk vast
zitten, dus ik eerst maar weer naar de havenmeester en die raadt ons aan naar de
volgende haven te gaan om te tanken, want in de hoek waar zijn pomp staat is het
nog droger. Met het nodige motorgeweld komen we uit de box en lukt het om de
haven uit te varen. Bij de volgende haven getankt en door naar de Doca de
Alcantara. Hier is de havenmeester inmiddels lunchen, er zitten net zo
beveiligde hekken omheen, maar een andere bootsman geeft ons de code om het slot
te openen zodat we in ieder geval weer aan boord kunnen komen. We nemen de bus
de stad in, maken daar een mooie stadswandeling en maken een bustoer door de
stad met een open dubbeldekker. Zo komen we o.a. door het gebied waar in ’98 de
Expo-wereldtentoonstelling was. Prachtig. Lissabon is een drukke stad, waar
helaas ook een overvloed van bedelaars en brillenverkopers rondhangt. We weten
niet of Yke iets speciaals over zich heeft, want hij wordt wel 6 keer benaderd
of hij hasjiesj of coke wil kopen. ’s Avonds hebben we daar nog hartelijk om
gelachen.
Veel gebouwen zijn fraai betegeld, ook is er een oude toren waar we boven op
gaan voor een “spectaculair”uitzicht over Lissabon. Eigenlijk hadden we dat ook
wel kunnen weten, want Lissabon is gebouwd op 7 heuvels (en die kun je
natuurlijk nooit allemaal tegelijk zien). Dat viel wat tegen al was de oude lift
naar boven een wel bijzonder fraai en met veel hout afgewerkt exemplaar. We eten
aan boord en spelen nog een boompje.
13 april
Yke en Antje gaan weer naar huis en Peter en Hanneke Albers komen aan boord.
Als ik even weg ben om te kijken of ze een nieuwe peddel voor de rubberboot
hebben, zijn bij terugkomst Peter en Hanneke al gearriveerd en zitten lekker in
de zon op het achterdek.
De taxi voor Yke en Antje komt om 13.00 uur, een mooie en plezierige week met
hen is dan al weer achter de rug. Ze zijn bijna volleerde zeezeilers geworden in
deze week.
Peter weet niet hoe snel hij me een nieuwe valkenpet op moet zetten, en hij
overhandigt mij de voorzittershamer van de Valkenklasse. Ik ben namelijk met de
handschoen verkozen tot nieuwe voorzitter van de Valkenklasse en Peter neemt nog
tot onze terugkomst in Nederland de zaken waar.
Met Peter en Hanneke gaan we Lissabon in, lunchen op een terrasje en verkennen
de stad verder. We nemen een oude tram die ons een heel eind mee neemt de stad
door en stappen per ongeluk precies op de goede halte uit vlak bij een Zodiac
dealer. Die was ‘s ochtends door een winkelier op de haven gebeld of ze peddels
voor ons hadden. Het bleek nu dat hij niet de goede maat had ondanks dat hij die
ochtend telefonisch gezegd had dat ze op voorraad waren, dus onverrichter zake
gaan we de winkel weer uit.
We doen nog wat inkopen en eten een heerlijke maaltijdsalade op de boot. Na het
nodige bijgepraat te hebben gaan Peter en Hanneke naar bed, gevolgd door Hanny
en werk ik dit verslag nog even bij.
14 april
Wolken boven ons, en de temperatuur doet ons ook de lange broek aantrekken.
We vertrekken in verband met de stroom en de te verwachten zware wind om 7.30
uur. We schieten met 7 kn. de goede kant op. Eenmaal om de bocht van Cascais
lopen we aan de wind langs de kust. Soms met de motor bij en soms alleen op het
zeil. Het is goed zeilweer en we lopen na een tocht van ca. 55 mijl om 17.00 uur
de haven van Peniche binnen. Het is voornamelijk een vissershaven, en er is een
hoekje met wat steigers voor jachten. We worden door een perfect engels
sprekende en erg behulpzame havenmeester ontvangen. Hierna wanen we ons weer
even in het oostblok, want eerst komt de douane nog voorbij en daarna de
waterpolitie. Ze vullen allemaal dezelfde formulieren in en de waterpolitie is
de eerste op de hele reis die naar een mijn vaarbewijs vraagt. Als er een
discussie met hem ontstaat over het feit dat de vlaggenbrief gaat verdwijnen,
stelt hij voor mij dan overboord te gooien en zelf met de boot verder te varen,
omdat ik dan niet aan zou kunnen tonen dat de boot van ons was. Als ik dan zeg
met een koopcontract weer bij hem aan te komen en hem dan overboord te gooien
staan we weer kiet. (Hij had wel gevoel voor humor, zodat ik dit zo wel
aandurfde). Er wordt hartelijk om gelachen, gelukkig.
Onderweg had Hanneke wat last van de knoflook tussen de broodjes met worst
waardoor ze even de vissen moest voeren, maar verder bleef de hele crew
inclusief Hanneke zeewaardig.
Peniche is een alleraardigst stadje met immens veel restaurants. We eten een
heerlijk visgerecht en gaan op tijd weer aan boord.
15 april
Een mooie zonnige dag, wel fris. Er staat een NW windje Bft. 4 a 5. Maar na
wat boodschappen te hebben gedaan gaan we onderweg naar Nazaré, zo’n 20 mijl
noordelijker.
Het is een fantastische zeildag, een behoorlijke wind, tot 22 kn. meesttijds
zon. We varen onder stagfok en grootzeil een klein slagje de zee op en voor de
rest strak voor de kust langs in golven van 3 a 4 m. hoog.
Vlak voor Nazaré komt er nog een buitje over ons heen maar eenmaal in de haven
zitten we weer buiten in het zonnetje. De haven is wat primitief, maar je ligt
er in alle windrichtingen goed beschut. Na het nodige papierwerk te hebben
verricht eten we heerlijk aan boord.
Ik doe een rondje steiger en loop een Nederlander tegen het lijf die hier met
zijn vrouw in een Trintella 42 ligt, en ze bieden me onmiddellijk een glas wijn
aan. Ze geven allerlei tips over de omgeving en ’s avonds gaan we met zijn 4en
bij hen op de koffie, gezellige mensen die aan het begin van hun Mediterrane
tour zijn. We hebben een auto gehuurd om morgen de omgeving te verkennen, want
er wordt erg stevige wind verwacht, dus we zitten hier even vast.