Reisverslag 56
Plaats: Sardinië - Mallorca
Datum: 12 t/m 18 februari
12 februari
Boot opruimen, plaats maken voor Peter Paul en Jeroen.
We hebben een auto gehuurd om het eiland wat te verkennen en de heren af te
halen van het vliegveld.
Om een uur of 11 gaan we los, eerst proberen het dorp uit te komen, er zijn
nogal wat eenrichtingswegen en er staan weinig borden, dus het lukt ons een
bepaald punt twee of misschien wel drie keer voorbij te rijden. Uiteindelijk
zijn we onderweg naar Iglesias op ca 25 km. De wegen zijn verrassend goed en we
rijden door een mooi groen, erg groen heuvelachtig landschap in vergelijking met
de Turkse-, Griekse- en Maltese eilanden.
In Iglesias doen we wat boodschappen, het is verder geen bijzondere stad.
Hierna stippelen we een route uit ten zuiden van de snelweg naar Cagliari om
daar door de bergen naar toe te rijden. Op een gegeven moment rijden we naar
Porto Botte om een terrasje op te zoeken, blijkt als we er aan komen dat er 1
huis en een gigantische disco staan en verder helemaal niets. Wel zijn er een
paar surfers bezig, 1 zelfs met een kite.
We draaien dus maar om en gaan verder de bergen in. Onderweg zien we in een
dorpje een restaurant waar we neer strijken, er zit een ploeg mannen die
allerlei schalen voorbij laten komen en wij eten een voortreffelijke spagetti
met mosselen en clams en een mixed grill visschotel.
Als we later een bergpas over gaan komen we zelfs op onverharde wegen uit, maar
het is een mooie tocht. Om een uur of 5 komen we in Cagliari aan waar we nog wat
(warme) kleren kopen en om 19.30 uur gaan we richting het vliegveld. Het
vliegtuig landt keurig op tijd en Peter Paul en Jeroen komen opgewekt tussen de
deuren door.
Als we naar de westkust rijden is er recht voor ons uit een gigantisch vuurwerk
boven Iglesias. Al met al duurt het wel een half uur, prachtig. Het welkom voor
de heren Jacobs kreeg zo een speciaal tintje.
13 februari
0.00 uur zingen voor Jeroen, hij is 14 jaar geworden. We overleggen nog
intensief of we niet direct weg zullen varen want er komt een storm front met
Bft. 8 a 9 aan waar we misschien net voorlangs zouden kunnen. We besluiten
uiteindelijk het er maar niet op te wagen en het front af te wachten. Dan
drinken we er nog eentje op en gaan naar bed.
De volgende ochtend is het mooi zonnig weer, zodat je je afvraagt of we toch
niet hadden moeten gaan. Na nog een wandeling door het dorp zetten we koers naar
Porto di Colonne op San Pietro waar we eerder deze week al waren. Hier liggen we
veel beschutter dan in Portoscuso en het is er veel leuker.
Zo maakt onze bemanning voor het eerst kennis met onze boot onder zeil, een
lekker tochtje van een klein uur. Jeroen is erg enthousiast, stuurt de boot
alsof hij het dagelijks doet en wil direct wel vertrekken. Zijn motto is: “niet
zeuren, kan gebeuren”. Die houden we erin! Na enig gemanoeuvreer vinden we
misschien wel de mooiste plek in de hele haven, aan de kade vlak naast een hoge
muur die ons tegen de noorder wind beschermt.
We maken de boot stormvast met wat hulplijnen en ’s avonds vieren we bij de
plaatselijke pizzeria Jeroen zijn verjaardag.
14 februari
Ik heb heerlijk geslapen, maar de rest heeft bijna de hele nacht wakker
gelegen van de loeiende wind. Daar heb ik dus niets van mee gekregen. Het hagelt
op een gegeven moment tijdens het ontbijt zo dat door een spleetje van een luik
grote hagelkorrels in de boot belanden. De wind giert hier in de beschutte haven
tussen 8 en 44 knoop, hij vliegt op en neer en de barometer is 20mb in een paar
uur gezakt, hij staat nu beneden de 1000 terwijl hij 2 dagen geleden nog op 1039
stond. De fotolijstjes in de boot vallen zelfs om. Het is ook erg koud, maar 3
graden, zelfs op een beschut plekje in de kuip. Gelukkig zijn we niet aan de
overtocht begonnen. Tussen de buien door lopen we snel even naar het eind van de
pier. Hoge golven, zelfs in de luwte van het eiland.
Hagel aan dek. Sneeuwballen gooien. Achter een muur schuilen tegen de
overvliegende regen, het overkomt ons allemaal op deze reis.
Peter Paul (voor diegenen die hem niet kennen, hij is chirurg) heeft van zijn
KNO collega spulletjes en advies meegekregen hoe mijn oor te behandelen, en er
blijkt inderdaad nog een ontsteking te zitten. Hij schraapt eerst het
trommelvlies schoon (wat zeker niet lekker voelt), en dan wordt er een minuscuul
watje met desinfectant in gestopt, dit herhaalt zich een aantal dagen en dan is
het hopelijk weer in orde.
We kaarten wat, waarbij PP zijn incasseringsvermogen op de proef wordt gesteld,
hij gaat voor veel punten i.p.v. weinig wat de bedoeling is. We kijken naar
Godfather 1 en 2 en zo komen we de dag door. We proberen tussendoor nog een
wandeling te maken, maar dan komt er al gauw weer een koude bui over ons heen,
dus maar snel weer naar de kachel.
Boven verwachting smaakte de boeuf bourguingon met rode kool en appeltjes zelfs
Jeroen lekker.
15 februari
Er staat af en toe een enorme trek in de hoek waar we liggen, en de boot
schokt dan enorm in de touwen, ’s Nachts worden we dan regelmatig wakker van dit
trekken en rukken, behoorlijk onaangenaam. Bij onderzoek blijkt het in de rest
van de haven niet veel beter, het ligt gewoon aan golven die door de haven
lopen, alle schepen lopen heen en weer.
We eten op uitnodiging van Peter Paul bij een plaatselijke pizzeria, met een
sobere inrichting met een giga flatscreen telvisie, een waar familiebedrijf waar
moeders in de keuken staat en ons een voortreffelijke pasta maakt, prima.
Thuisgekomen bekijken we nogmaals de weersverwachting op internet en besluiten
dat het morgen en goede dag is om te vertrekken.
16 en 17 februari, een overtocht om nooit te vergeten
Om even voor 8 uur word ik wakker en het is een stralende dag, zonnetje
weinig wind en de weersverwachting was ook goed, dus we gaan los. De oversteek
naar Mallorca, daar willen we nu in een keer naar toe omdat Peter Paul en Jeroen
daar weer op het vliegtuig naar huis stappen, en er geen dan geen tijd meer is
om nog naar Menorca te gaan. Ook de koers direct naar Mallorca is veel gunstiger
ivm de windrichting.
Nog snel een douche, wat boodschappen, en om 9.15 uur gooien we de trossen los.
Het zou me een oversteek worden om nooit te vergeten. We gaan weg met een
briesje, dus direct de volle zeilen er op. De wind komt verrassingsgewijs uit
het zuiden terwijl de verwachting was dat de wind uit het noorden zou komen Bft
4 a 5. Er staat nog wel een aardige swell, maar niet onaangenaam. Alleen houdt
de wind op een gegeven moment op, de motor dus maar aan. Na een uurtje komt dan
eindelijk de wind uit het noorden en we vliegen 7 a 8 knoop over het water.
Jeroen blijkt niet tegen de swell opgewassen en zoekt al gauw een gemakkelijke
houding bij de railing, helaas houdt het voor hem hier op en we zien hem niet
meer aan dek als hij uitgevonden heeft dat, half liggend tegen de paal in de
kajuit het meeste comfort biedt. Pas na aandringen gaat hij op bed liggen en
zien we hem niet meer terug. Echt sneu, want hij had zich er zo op verheugd.
Ik ga om 9.00 uur naar bed om de 2e wacht te draaien, maar Hanny
haalt me een half uur later al weer aan dek, want er steekt een behoorlijke wind
op. Deze wind zou oplopen van 25 naar 35 en met uitschieters naar 42 kn. en de
golven werden giga, 6 a 8 meter. (Hanny en Peter Paul hebben ze van 10 meter
gezien). Ik ben dus niet meer naar bed geweest tot de volgende middag 14.00 uur.
Het was een gevecht met de elementen. Peter Paul werd ook wat pips om de neus
en was al gauw ook niet meer inzetbaar, zodat uiteindelijk Hanny en ikzelf de
nacht doorzeilen. De temperatuur was laag, 2 graden, maar daar hadden we
eigenlijk niet zo’n last van.
De boot doet het fantastisch, we houden zo lang mogelijk de stagfok er bij, maar
dat was op het laatst ook niet meer houdbaar, zodat we op het grootzeil met twee
reven en de motor de nacht door “hobbelen”, de koers was halve wind, dat was
geen probleem en we hielden dus ook een behoorlijke snelheid. De stuurautomaat
is ook hier weer onze grote vriend gebleken, hij heeft ons niet een keer in de
steek gelaten. Minder goed verging het een lierhendel, die kon niet zwemmen en
de bimini, eerst ging een poot los wat we met touw weer konden repareren, maar
de giek maakte een scheur in het doek, toen moesten we hem wel wegnemen. Jammer
want hij biedt behalve voor de zon ook goede bescherming tegen douw, regen en
over vliegende golven. Alleen een hoop kunst en vliegwerk om hem er in zo’n
storm af te halen. Ook zien we de radarreflector onderweg los gaan en tegen de
mast te pletter slaan. Wat een paar uur stevige wind Bft 6 zou zijn werd een
storm Bft 8-9 die maar liefst 16 uur duurde, en de golven werden alsmaar hoger.
Bij de halve/aandewindse koers deed de Alegria of ze niet anders gewend was, ze
hobbelde overal moeiteloos overheen. De condities waren echter zo slecht dat ik
niet naar het voordek kon om de stagfok netjes te klaren, dat hebben we bij
daglicht verder afgemaakt.
Onder de rook van Menorca wordt het water rustiger en waait het wat normaler
zodat ik om 14.00 uur een paar uurtjes naar bed kon, Peter Paul was toen weer
volledig inzetbaar. Ze komen nog een vrachtschip tegen wat niet aan de kant wou,
en toen ze een uitwijkmanoeuvre deden kwam er een dikke golf over dek de kuip
in, maar die spoelde er gelukkig onmiddellijk weer uit met 2 zoute snuitjes
achter zich latend. Hanny gaat om 18.00 uur (behoorlijk vermoeid en slap, want
ik help haar alle doorweekte kleding uit te trekken) slapen, en wij varen verder
naar Porto Petro een leuk klein haventje dicht bij de zuidoost punt van
Mallorca, waar we om 00.30 uur aanleggen.
Achteraf hadden we niet moeten gaan, maar het werd een tocht om nooit te
vergeten en ik heb geen moment het gevoel gehad dat de situatie niet onder
controle was. De boot is een aanrader voor wereldzeilers, een “wereldschip” waar
ik enorm veel vertrouwen in heb gekregen.
Schade van dit avontuur; dekzwabber weggespoeld, scheur in Bimini, lierhendel
weg, radarreflector kapot, de Nederlandse, Italiaanse en de valkenvlag zijn
kapotgewaaid, allemaal te overzien dus.
18 februari
We worden om 10 uur wakker (behoorlijk stijf), en ik zet het dagelijkse
potje thee en een kan koffie. Als we betalen maken we direct kennis met de
andere tarieven die hier gehanteerd worden, € 34,- liggeld + € 10,- voor water
en stroom. We eten een heerlijk gebakken eitje in de kuip, waar de zon ons
heerlijk warm maakt, loon naar werken zullen we maar denken.
Met een dikke straal duur water alles schoon gemaakt, alles is zout, we hebben
helaas ook een paar lekkende ramen, zodat ook binnen het een en ander zout is,
dus we beginnen maar van voor naar achter door de boot te gaan. Met vereende
krachten gaat dat snel, en om 15 .00 uur gooien we de trossen weer los om nog
een stukje richting Palma de Mallorca te varen, waar we zaterdag nog naar toe
willen om ook Palma met elkaar te verkennen. Jeroen is weer helemaal beter, en
hij stuurt de boot handig de haven uit en geniet van de tocht. Zondagochtend
gaan Peter Paul en Jeroen al weer vroeg met het vliegtuig naar huis, en komt
Brord van Dusseldorp ons een weekje vergezellen. Vanavond zoeken we een
restaurantje met Paella op. Dit wordt een Paella om niet te vergeten. Een
prachtige afsluiter van een machtig avontuur. Dat hadden we verdiend.
Noot van Hanny: het was een tocht om niet te vergeten. Om bij te schrijven bij
mijn belevenissen met Henk. Ik waardeerde hem al enorm, maar hij is een kei. In
alle omstandigheden houdt hij alles onder controle. Angst heb ik niet gehad, en
ik herkende mijn eigen kracht en doorzettingsvemogen eigenlijk niet. Samen
kunnen we heel wat aan. Het was erg indrukwekkend en vreselijk spannend, maar
een geweldige ervaring.