Reisverslag 55
Plaats: Sardinië
Datum: 6 t/m 11 februari
6 februari
Lekker geslapen, en de ochtend rustig begonnen. Ontbijtje, boot afspuiten en
een wandeling gemaakt in de omgeving, het lijkt Terschelling wel; duinen met
metershoge bosbessenstruiken, camping, haven en op enige afstand een stadje. Op
deze landtong lijkt het echter wel uitgestorven, er staan heel veel mooie,
riante huizen tussen de duinen maar er is niemand te zien. De meesten hebben
zicht op de azuurblauwe baai.
Sardinië is tamelijk bergachtig (nu zonder sneeuw in het zuiden) en langs de
kust veel stranden.
Het is mooi zonnig weer al is de noordoostelijke wind tamelijk fris, maar als we
tussen de duinen in lopen gaat eerst de bodywarmer los, en later ook nog het
vest. Zo lekker doet de zon hier al zijn best.
Om 3 uur vertrekken we 10 mijl westelijker, naar Marina di Capitana. Al weer een
prachtige haven waar we lekker beschut liggen. We hebben in Villasimius een
kaart gekregen met alle jachthavens rond Sardinië, erg handig als je geen Pilot
hebt.
Wat ik vorige week nog ben vergeten te vermelden, is de onbeschrijfelijke sterrenhemel die je op zee boven je ziet als het helder is en als je helemaal alleen in het donker vaart. We hebben het er nog steeds over. Het lijkt wel een deken van sterren. Onderweg hebben we slechts enkele boten waargenomen, waarvan er eigenlijk maar 1 in de buurt kwam.
7 februari
Het regent en het is koud en het gaat steeds harder waaien, lekker een boek
lezen, wat klusjes en verder weinig schokkends, we blijven lekker in deze goed
beschutte haven liggen. Hanny gaat brood halen, wat een pittige wandeling van
bijna een uur oplevert.
8 februari
Het is nog redelijk ontstuimig weer, behoorlijk wat wind en af en toe een
fikse bui.
Het is nog 10 mijl naar Cagliari, en aangezien hier op de haven niks te doen is
en we nogal ver van de bewoonde wereld zijn vertrekken we naar Cagliari.
Het waait van 15 tot 29 kn. en we varen op de genua van 7 tot 9,3 kn. en in een
mum zijn we in Cagliari. De golven waren ook indrukwekkend, maar als ik Hanny
vraag of ze nog bang is in deze golven blijkt dat ze echte zeebenen heeft
gekregen, en dat ze het niet meer eng vindt.
Na een tocht van ca 1,5 uur worden we binnen gezwaaid in de meest rechtse haven
in de havenkom van Cagliari achter de golfbrekers, er staat een heel
ontvangstcomité ons op te wachten.
Als we ons willen aanmelden blijkt i.v.m. een engelse traditie op de dinsdag
voor aswoensdag, in de tent op het havenhoofd net een pannenkoeken lunch
georganiseerd te zijn door de aanwezige overwinteraars; Zwitsers, Belgen,
Canadezen en Engelsen. We worden hartelijk uitgenodigd aan te schuiven en de
pannenkoeken met zalm, maplesyrup, rum, etc. vliegen ons om de oren. Een en
ander met wijn besprenkeld maakt het tot een gezellige middag.
Het heeft hier in de winter behoorlijk gestormd, dat blijkt wel uit de
aanzienlijke schade die aan diverse jachten te zien is. In de kantine-tent hangt
ook een bladzijde van een krant uit Geneve waar 25 jachten door kruiend ijs ten
onder zijn gegaan. Veel ijs afzetting aan de tuigage en ijs aan dek, waardoor ze
zijn gekenterd en gezonken, een ijzig tafereel.
’s Avonds gaan we met een Zwitsers en een Canadees echtpaar naar de Carnavals
optocht, die in het teken stond van insecten. De mooiste creaties kwamen
voorbij, werkelijk een prachtig schouwspel. Hadden we toch nog een beetje
carnavalsgevoel. Hierna hebben we de stad nog met elkaar rond gewandeld, een
prachtige stad met een historisch gedeelte wat momenteel opgeknapt wordt. Echt
de moeite waard om te bezoeken. Hanny en ik gaan op aanbeveling naar een
restaurant “Italia”, waar we een voortreffelijke maaltijd hebben genoten.
9 februari
’s Ochtends werden we gewekt door honderden aalscholvers, die elke ochtend
tussen 7 en 8 neerstreken in de haven. We doen wat boodschappen, en in de middag
worden allerlei wetenswaardigheden over en weer uitgewisseld met de Zwitsers en
de Canadezen. Zo konden wij hen onze ervaringen vertellen over Griekenland en
Turkije, en zij ons over Spanje, Portugal en omhoog waar zij al geweest waren.
’s Avonds buiten ons nog verbaasd over de duizenden vissen in de haven.
10 februari
Om 6.30 uur de wekker, en in de kleren want we willen naar de westkust van
Sardinië om klaar te zijn voor de oversteek als Peter Paul en Jeroen aan boord
komen. Dit is een traject van ca 60 mijl en derhalve 10 uur varen, en als je dan
zeker nog bij licht aan wilt komen moet je vroeg uit de veren. Als we vertrekken
om 7.00 uur worden we door de Zwitsers en door honderden aalscholvers
uitgezwaaid bij een temperatuur van 1 C. Het waait bijna niet en we vertrekken
op de motor. Na een uurtje meldt de zon zich en wordt het aangenamer. De kust is
bergachtig met hier en daar een strand, rotsen, vuurtorens en andere bebouwing.
Erg gevarieerd in ieder geval, het moet hier zomers een eldorado zijn. Als we de
zuidkant omvaren na ca 7,5 uur komt er opeens behoorlijk wat wind opzetten en
natuurlijk recht van voren. Ik trek het grootzeil er bij met 2 reven en ga op de
motor verder kruisen. Om 17.00 uur leggen we aan in Porto di Colonne op het
eiland San Pietro. We vinden er een kade helemaal voor ons alleen, naast de
jachthaven die uitgestorven lijkt; een fantastische plek met volledige
beschutting tegen de westelijke winden. Het stadje is aardig en doet ons een
beetje aan hydra denken, tegen de heuvel gebouwd met smalle straatjes. In plaats
van paarden en ezels zie je hier echter veel scooters en “scooterbakfietsen”.
11 februari
We doen rustig aan, te rustig zou later blijken want het pompstation aan de
kade was gesloten van 12 tot 15.30 uur en wij kwamen daar pas om 12.15 uur aan.
We doen nog wat boodschappen en ik ga met jerrycans aan de sjouw om de tank vol
te krijgen. Dit was gelukkig maar 25 meter naar een zelfbedieningspomp en zo
konden we toch nog mooi op tijd vertrekken naar de overkant naar Portoscuso,
waar we op Peter Paul en Jeroen zullen wachten.
Het waait behoorlijk en de verwachting is dat het nog aan zal halen de komende
dagen dus we moeten de oversteek naar Menorca goed uitzoeken.
We hebben net door Portoscuso gewandeld, maar in tegenstelling tot de voorgaande
plaatsen, is het hier een ongezellig, armetierig zootje: slechte wegen, slecht
onderhouden huizen van een onmogelijke architectuur, om triest van te worden.
Wel hebben we een auto gehuurd om morgen Sardinië mee rond te toeren en Peter
Paul en Jeroen van het vliegveld te kunnen halen. Nu weer verder de boot
klaarmaken voor de gasten. Ook al is de boot groot, we moeten toch behoorlijk
schuiven en opruimen, om een lekker plekje voor ze te creëren.
Kregen een smsje van Pa en Ma ter Pelle, ze houden ons geregeld via sms op de
hoogte over het weer in Portugal, veelal beter als waar we nu zijn . Ze zijn ook
op zoek naar een mooie haven voor ons in Portugal, we komen er aan!!!