Reisverslag 44
Plaats: Griekenland; Trizonia - Navpaktos - Patras - Cephalinia - overstreek naar Italië
Datum: 20 t/m 27 november
20 november
Als we wakker worden waait het stevig, we willen naar
Navpaktos, maar de coastguard verschijnt op de kade en raad ons aan naar
Trizonia te varen, daar is een goede haven.
We zetten de stagfok en gaan het ruime sop op.
We zijn helemaal alleen op het water voor een aantal uren, het is droog maar het
waait 22 tot 27 kn. Met 2 riffen in het grootzeil en de stagfok lopen we ca. 7
kn. aan de wind. Dit is een mooi gegeven voor de oversteek naar Italië, Alegría
houdt snelheid, ook aan de wind.
Na een uur of 4 zeilen zitten we nog 4 mijl van Trizonia en doen we de rest op
de motor.
Hier hebben we eigenlijk onmiddellijk spijt van, want onder zeil gedraagt de
boot zich veel lekkerder op de golven.
Lieseth is helemaal enthousiast over het zeilen onder deze omstandigheden, dit
is veelbelovend voor de toekomst. Jan Anno leert dat de boot als je hem laat
lopen 7 kn. vaart, en als je prikt er nog maar 4 kn. van over blijven. Een
machtige zeildag.
Op Trizonia is een haventje in het eiland, beschut voor alle windstreken. Er
liggen zelfs overwinteraars, al is er helemaal niks te doen. Er staan misschien
20 huizen en 3 taverna’s.
De haven is goed maar ziet er armoedig uit, met een grote vuilnisbelt in een
hoek.
Er liggen ook zeilers uit Korfu, waarmee we een ouzo drinken in de taverna.
21 november
We zijn op alles voorbereid, maar de wind is gaan liggen en
de zon meldt zich weer.
Reven uit de zeilen, en we zetten koers naar Navpaktos.
Dit is een afstand van maar 11 mijl.
De haven van Navpaktos is omgeven door vestingmuren en nog veel kleiner als in
de pilot is beschreven, maar er is een mooi (het 1 na laatste) plaatsje tussen
de vissersscheepjes.
Het is een prachtige stad overheerst door een oud slot wat hier tegen de
bergwand is gebouwd.
Er komen ook nog wat schepen uit Patras waar 8 man op meevaren die zeilles
krijgen. Een van de Grieken vraagt of wij helemaal uit Nederland zijn komen
zeilen, en als we dat bevestigen zegt hij “you must be the president of Belgium”
en als ik zeg dat we er een jaar voor uit hebben getrokken zegt hij “I was
almost right”. Hier hebben we met z’n vieren natuurlijk hartelijk om moeten
lachen.
De Grieken zijn hier in ieder geval veel aardiger en opener dan aan de oostkant
van Griekenland lijkt wel. Ze vertellen ons ook nog dat er een Nederlander in
Patras ligt met een boot.
We eten in een lokale taverna, de voorgerechten waren heerlijk, maar het
hoofdgerecht bestond uit allerlei gefrituurde visjes die je met kop en staart op
zou moeten eten, dat is te veel van het goede. Lieseth en Hanny griezelden
ervan.
Het is ’s avonds te koud om buiten te zitten dus kruipen we lekker in de roef en
klaverjassen nog een boom.
22 november
We doen boodschappen in Navpaktos en varen op de motor
onder de nieuwe brug bij Patras door. 2 uurtjes varen op de motor onder ideale
condities, het waait nauwelijks en de zon schijnt volop. De omgeving is
indrukwekkend, veel bergen en eilanden om ons heen, een brug die blinkt in de
zon.
De haven in Patras heeft mooie steigers, elektriciteit en water volop. De boot
is nog erg zout, dus na de wasbeurt picknicken we op de kade. De temperatuur is
heerlijk.
Het grootzeil heeft wat schade opgelopen in de storm, en een zeilmaker komt het
ophalen om te repareren.
Jaap haalt nog wat onderdelen in Sneek, en dan kunnen we er weer tegen.
De dames maken een originele Griekse maaltijd aan boord (heerlijk) en de
kaartjes voor de bus naar Athene worden gekocht.
Diesel tanken is hier een probleem, de havenmeester zegt dat we een taxi moeten
nemen en met jerrycans kunnen tanken. De Nederlander waar de Grieken het over
hadden in Navpaktos treffen we op de haven en hij probeert wat anders te
regelen. Morgen maar verder zien.
Er komt spontaan een Griek aan die een Beneteau 423 heeft en even een praatje
wil maken over boten en een glaasje wijn meedrinkt. Een aardige man die ook wat
zal regelen als we geen diesel kunnen krijgen.
23 november
De toiletten en douches gaan hier pas om 11 uur open, dus
maar in de boot gedoucht. Op de haven zijn ze echt niet aardig, doen niets voor
je en hangen de hele dag wat voor de televisie.
Gelukkig hadden we wat geregeld met de Hollander en een Griek die we gisteren op
de haven troffen, en kwam er wel een tankautootje met diesel en we hoefden
gelukkig niet te zeulen met jerrycans.
Het tankautootje stopte precies voor het havenkantoor waar de niet meewerkende
havenmeester, lekker puhhh
Ook kwam onze zeilmaker met een voor een schandalige prijs gerepareerd
grootzeil, dat heb ik er samen met Jan Anno weer op gezet.
De rest van de dag was opruimen, tassen pakken, etc en om 16.30 stapten Jan Anno
en Lieseth op de snelbus naar Athene. Het was een heerlijke week waarin we
allemaal leuke dingen hebben gedaan, lekker bijgepraat en heerlijk hebben
gezeild. Het heeft alleen ’s nachts maar 1 keer geregend dus met het weer hebben
ze het ook enorm getroffen.
Jaap komt morgen en dan gaan we donderdag weer verder.
24 november
Boodschappen gedaan voor de overtocht, wassen, opruimen en
de laatste klusjes aan de boot.
Het wachten is op Jaap.
Door de gedraaide wind liggen we de hele dag te slingeren aan boord, er kan net
een golf binnen de breakwaters binnenkomen en wij liggen aan de eerste steiger
waar de meeste golven zo binnen kunnen lopen.
Om een uur of 10 ’s avonds een smsje van Jaap: ik ben op de haven waar liggen
jullie.
Hij was bij de andere eerste steiger, aan de andere kant van de haven, hem snel
gevonden. Hij was vanaf 8.00 uur onderweg geweest.
Eerst de dorst gelest, en toen kwamen er allerlei verassingen uit zijn tas, de
bestellingen, maar ook een brief van Pa en een brief van Anneke met een leuk
kerstcadeautje. Weer alles bijgepraat, groeten van velen ontvangen en om 12.30
naar bed.
25 november
Het was een onrustige nacht. De wind stond pal op de haven
en dikke rollers kwamen naar binnen. We lagen direct in het begin, dus dat was
niet fijn. Op een gegeven moment stootte de boot zelfs met de achterkant tegen
de steiger. De mooringline was van de bodem losgeslagen en de boot lag bijna
dwars in de haven. Hanny hield de boot af met stootkussens en ik heb een lange
lijn uitgebracht vanaf de punt naar de overkant om een lantaarnpaal. Zo lagen we
weer veilig vast, maar we rollebolden alle kanten op.
We moeten ca 55 mijl. dus als ik om 7.30 uur zeg dat ik weg wil terwijl we nog
met een stuk brood in de mond zitten sputtert Hanny wat, maar als we net voor
donker op onze bestemming aan komen is het toch prettig dat we vroeg zijn
vertrokken.
Het was een mooi windje, en onder vol tuig lopen we met de wind in de rug als
een speer. De voorspelling was 4 a 5 Bft. maar allengs werd het 6 en later zelfs
7. Jaap leert zo de boot onmiddellijk goed kennen. De golven werden steeds
hoger, het zeiloppervlak minder, maar op de ruime koers gaan we uitstekend.
We willen naar Argostoli op Cephalinia (Keffalonie), het meest westelijke punt
van Griekenland om onze oversteek te beginnen.
De kust is oppassen, er ligt een ondiepte en diverse rotspartijen, maar de GPS
is onze gids en doet dat goed. (we hebben wel zeekaarten op de achterhand, maar
dat is zelden echt nodig)
Als we in het schemer aankomen is er voldoende ruimte aan de kade en daar liggen
we volledig uit de wind en golven zodat we heerlijk rustig kunnen slapen.
We gaan eerst de stad nog in, waar we tot onze verassing een hele moderne
winkelstraat aantreffen met mooie winkels. We eten heerlijk in een Taverna de
Mandonlin en gaan na een neut vroeg naar bed.
26 november
Ik word om 6.30 uur wakker en vijf minuten later bedenk ik
dat we beter los kunnen en tref ik voorbereidingen om te starten. Hanny wordt
daar onrustig van en zet koffie en maakt voor mij een boterham, terwijl ik
gezegd had dat ze lekker moest blijven liggen, toch wel lief van haar. Jaap was
wel zo verstandig om te blijven liggen en die werd toen we al lang onder zeil
waren pas wakker.
Het is voortreffelijk weer, de voorspellingen zijn goed dus we gaan er voor. Het
eerste stuk de baai uit op de motor, maar al gouw het volle tuig er bij. De zon
komt op, echt prachtig.
Eenmaal om de hoek van het eiland staat er nog wel een grote deining, maar die
is niet storend. De wind komt uit het Noord-Westen, maar wel zo dat we aan de
wind zeilend precies 270 graden kunnen varen die ons naar Messina op Sicilië
moeten voeren. De lucht is helder blauw, geen vuiltje aan de lucht.
De wind varieert onderweg nog al wat, en na een paar uur de stagfok gezet om
deze hoge koers te kunnen blijven varen in winden variërend van 15 tot 22 kn.
Een avontuur waarbij ik de nodige kletsen water in de nek krijg.
We reven af en toe en meerderen dan weer zeil en zo lopen we 5,5 a 8 kn. naar
gelang de wind. De golfhoogtes variëren van 1,5 a 2 m. Het is heerlijk zeilen.
Om 17.30 gaat de zon onder in het westen, en komt tegelijkertijd de volle maan
op in het oosten. Een prachtig schouwspel zo op zee. Onder volle maan varen we
en ik deze tekst schrijf terwijl Hanny en Jaap de wacht houden.
Lekker gegeten, kacheltje er bij aan, rondom alleen maar water en de telefoon
heeft geen ontvangst meer, wie doet je wat.
De wind is wel gedraaid, als we zo doorvaren zitten we straks in Libië.
De gehele dag slechts 1 vrachtschip gezien, verder is de zee verlaten.
27 november
In de loop van de nacht draait de wind nog verder, zodat ik
de fok weghaal en met de motor een tandje hoger op de zuidpunt van Sicilië
afkoers. Zo helpt het grootzeil ook nog wat en gaan we om het zuiden van Sicilië
onze tocht vervolgen.
Om 5.00 uur Jaap gewekt voor aflossing en daarna lekker slapen. Als ik om 9.30
uur wakker word is het bladstil en zijn alle zeilen gestreken. Wel hebben Hanny
en Jaap dolfijnen op bezoek gehad, dat blijft altijd leuk.
Als we door de shippinglane varen moeten we 2 x uitwijken voor vrachtschepen,
terwijl we er misschien 8 totaal zien. Het is een soort wet dat je elkaar dan
precies op ramkoers tegenkomt, en 1 x wijkt een vrachtschip voor ons, zoals het
hoort.
Het zonnetje schijnt lustig, in de schaduw en de luwte is het 18 C, en in de
wind wel fris, maar in de zon is het heerlijk warm.
In de loop van de dag komt er weer wat wind, maar het komt recht van voren zodat
we blijven moteren.
Tegen de avond neemt de bewolking toe en er komt meer wind pal uit het westen
waar wij naartoe willen. Eerst verder op de motor, maar de golfslag wordt
onaangenaam zodat we de zeilen er weer bij zetten en kruisend naar onze
bestemming moeten. We oefenen met de radar, want in de avond zal het wel donker
zijn met die bewolking en omdat we om moeten varen komen we in het donker pas
aan.
De radar heeft zijn nut bewezen, het geeft een geruststellend gevoel als je weet
dat dat licht om je heen nog op 5, 7 of 9 mijl afstand is, en dat het een andere
koers vaart als jijzelf, of juist niet. Zo hebben we 2 maal een schip kunnen
ontwijken door wat hoger aan te houden.
Later in de nacht wordt het weer minder bewolkt en helpt de maan weer met haar
lichtbron.
Onder Sicilië wordt de golfslag wat minder en om nog op een min of meer normale
tijd binnen te lopen starten wij om een uur of elf de motor en gaan recht in de
wind naar Siracusa.
Om 2 uur lopen we de haven binnen waar nog 1 zeilboot aan de kade ligt, en voor
ons een paar honderd meter kade over is.
Als ik dit verslag
bijwerk, hebben we net in de zon op het achterdek gebrunched in 22 C, dat is de
beloning voor 43 uur onafgebroken op het water.