Reisverslag 41

Plaats: Griekenland;  Mikonos - Delos - Siros - Kithnos - Athene

Datum: 30 oktober t/m 5 november

30 oktober

We maken los en varen eerst via Delos, een eiland waar in de oudheid nogal wat is gebouwd, en daarvan zijn de overblijfselen goed vanaf de boot te zien. Voor de liefhebber is hier veel te zien, o.a. de Leeuwen van Naxos. maar wij hebben inmiddels ons portie archeologie al gehad. We willen in Athene ook nog het e.e.a. gaan bekijken. Dus we varen er langzaam langs en schieten een paar foto’s. Het is hier komen en gaan van ferry’s die toeristen droppen op het eiland, terwijl het inmiddels geen seizoen meer is. Het is niet toegestaan met je eigen schip te landen, alleen georganiseerde trips vanaf Mikonos zijn mogelijk.
Omdat het lekker weer is willen we nog even zwemmen, en dat doen we in South Bay op Nisis Rinia, naast Delos. Het water is wat frisser aan het worden, maar het is nog steeds heerlijk. Buiten is het nog 27 C. Soms wordt het nog wel 30. Dat is eigenlijk voor de tijd van het jaar erg warm. En dat de zon continue schijnt en dat het niet regent is ook uniek. Zullen we maar zeggen, dat we veel geluk hebben.
We varen onder een rustig windje verder naar Siros, en het is waar (we hadden het er gisteren met onze buren over), we komen een vrachtschip en  een ferry tegen, en ze liggen precies op onze koers. Voor het vrachtschip wijk ik uit, maar de ferry gaat voor ons om de bocht.
We moeten ca 11 mijl afleggen, dus we hebben de tijd. Af en toe waait het lekker, en halen we de 6 kn. maar soms valt de wind helemaal weg en drijven we met 0,5 kn nog een beetje de goede richting op.
Wel zien we op enige afstand weer een familie dolfijnen dartelen, dat blijft een leuk gezicht.
We leggen aan in de haven van Ermoupolis, de hoofdstad met 15.000 inwoners. Het is in het centrum van de stad met allemaal terrasjes aan het water. Wat wel vervelend doorkomt zijn de ferry’s die hier keren en aanleggen, hun golven lopen nog lange tijd hevig na tussen de kademuren.
We verkennen de stad, en hier zijn weer gewone mooie winkels met goede spullen. Het centrum is ook leuk om in rond te wandelen met een groot stadsplein en prachtige Italiaans aandoende gebouwen. We hebben alleen moeite om een redelijk en gezellig restaurant te vinden, die zijn er zo te zien weinig en het is natuurlijk ook veel stiller zonder toeristen. We nemen uiteindelijk een simpel hapje op een terrasje.
Het is meer een stad voor jongelui lijkt wel want we gaan slapen om een uur of 12, maar om 4 uur word ik wakker en dan is de hele stad nog in rep en roer, disco’s vol, terrassen vol en dat duurt tot een uur of 7. We werden daarom wat later wakker als gebruikelijk.

31 oktober

Hanny wou nog even shoppen en ik heb de boot met zoetwater weer toonbaar gemaakt. Helaas, hier zijn de winkels op zondag dicht, dus alle leuke dingen die Hanny in de etalages had gezien werden vertaald in een heerlijk ijsje, en de portemonnee bleef vol.
We dachten dat het dikke druppels had geregend afgelopen nacht, maar we vonden allemaal kleine visjes aan dek, een gekke gewaarwording.
We verlaten de haven om een uur of 12 en hijsen de zeilen om naar de west kant van het eiland te gaan naar Finikas. Het zeilt heerlijk, niet te snel maar gezien de geringe afstand die we af moeten liggen dobberen we eerst met een klein gangetje lekker verder. Als we om de hoek van het eiland komen is de wind echter weer op en starten we de motor. Na een uurtje motoren komen we in Finikas, een mooi dorp met zandstranden, een beschutte baai waar ook wat jachten voor anker liggen, en een pier waar wij een mooi plekje vinden.
We eten aan boord en gaan dan even wandelen in het dorp. Al gauw loopt er een klein poesje met ons op, en die blijft wel een kilometer om ons heen dartelen, blijkbaar op zoek naar gezelschap. We nemen een cappuccino in het dorpje en lopen weer naar de haven, waar een aantal mensen aan het vissen is. Ze vangen met een harpoen een grote Besch zoals ze hem noemen, een vervaarlijke vis met een grote hapgrage bek en met een lijn vangen ze een inktvis die ze achter elkaar keihard op de stenen gooien om hem dood te krijgen (dit hebben we vaker zien doen, daar wordt de vis blijkbaar ook malser van en verliest hij zijn inkt). Een vreselijk geluid en een naar gezicht voor ons Nederlanders.

1 november

’s Nachts hadden we weer dikke druppels op het dek horen vallen, al klonk het dat het ook tegen de zijkant van de romp was. Dat moet ook zo geweest zijn, want we kregen hier de bevestiging van wel heel gek visgedrag. Er moet een hele school kleine blinkende visjes (net sardientjes) met een bloedgang tegen de romp zijn opgevlogen, want ik vind er wel 10 aan dek, en in de rubberboot meer dan 20. We zien ze hier wel vaker vliegen, maar dit is toch wel een bijzonder fenomeen.
Het is een fantastische ochtend, waar het eiland langzaam uit de mist optrekt (de boot is ook erg nat van de dauw).
We starten de motor en gaan richting Kithnos, pal west en de wind komt uit het noordoosten, dus met een knik in de schoot lopen we met een gangetje van 5 a 6,5 kn afhankelijk van de windsterkte de goede kant op. We moeten 22 mijl, en natuurlijk is na een uurtje of 2 de wind weer op en moeten we weer motoren. In de buurt van Kithnos draait hij ook nog tot recht van voren zodat we alle zeilen maar weer naar beneden doen (ik had het grootzeil tot nu toe laten staan, dat deed nog een beetje mee).
We gaan om de noordkant van het eiland en vinden een prachtige ankerplek “ornos Kolona” met een strandje waar we, let wel op 1 november, nog heerlijk naar toe zwemmen, het water is lekker en de buitentemperatuur nog ca 24 C.

2 november

De verjaardag van Miranda, we zetten er een lekker bakje koffie op.
We ontwaken weer in een stralende zon die net over het eiland heen komt. Rustig ontbeten, de dekens gelucht, gezwommen en om 11.30 het anker weer op. Er loert wat zwaardere wind in het noorden, en dan kunnen we beter aan de vaste wal zijn. Dan kunnen we tenminste uit de voeten zonder op een klein eiland gevangen te zitten.
We treffen het bijzonder, de wind waait uit het noorden met een bft. 4 en de boot gaat bijna 8 mijl halve wind door de golven. Geen ander jacht meer te zien, wel een paar vrachtschepen, maar ver uit de buurt deze keer.
We ankeren in de baai van Sounion, de uiterste punt van het vaste land waar ook Athene op ligt. Vlak onder de resten van de gigantische tempel van Poseidon, die hier op de heuvel staat, proberen we eerst te ankeren, maar het anker wil niet houden. Dan gaan we een paar honderd meter verderop in een kom, en daar liggen we in een keer goed vast.
De zon is de gehele dag niet weg geweest, en het is nu 16.00 uur nog 26 C.
We horen via diverse kanalen over de moord in Nederland op Theo van Gogh, vreselijk de intolerantie van die fanatici, dit gaat gloeiend de verkeerde kant op zo.

3 november

’s Nachts was al te merken dat de wind aanhaalde, het anker hield voortreffelijk (blijkbaar heb je een intern wekkertje om af en toe even te checken). Maar als we wakker worden slingert de boot van links naar rechts door de valwinden die in deze hoek staan. We staan dan ook vroeg op en om 7.30 halen we het anker op. Niet gemakkelijk in vlagen tot 38 kn.
We varen onder de kust door, maar we krijgen toch de nodige brekers over zodat alles weer lekker zout is wat we aanpakken. We varen een half uurtje met de genua, maar Hanny kijkt wat benauwd als er vlagen oppikken. Dus het spul weer ingerold en de rest op de motor. Het plan was toch maar ca 9 mijl naar de volgende haven te varen.
Allengs gaat de wind ook weer wat normaler blazen, zodat we op ons gemakje verder kunnen varen.
We proberen haven na haven langs de kust, maar er is nergens plaats vrij. Zowel in Vougliamedi en Glifadha worden we weer weggestuurd, tot we in  Kalamaki in een haven met 900 ligplaatsen binnenlopen, en daar kunnen we tot zaterdagmorgen blijven. Maar dan moeten we ook weer wegwezen, want er komen hele verhuurvloten binnen.  Ze liggen her en der al twee dik voor anker in de haven (dus niet naast elkaar, maar achter elkaar).  Zo plaatsen ze 1100 boten op 900 ligplaatsen. Voor een normale vaartoerist is hier geen plekje blijkbaar. We zien wel hoe het dan loopt, we zijn in ieder geval voor 3 nachten onder de pannen.

4 november

Athene in gegaan, het waait nog behoorlijk en de temperatuur vraagt om een lange broek en een extra vestje, dit zijn we lange tijd niet gewend.
Athene is een enorme stad, met een goed transportmiddel, de tram. Die stopt direct voor de haven en voor € 0,60 pp rijdt je bijna de hele stad door.
We bezoeken het Agora en de Akropolis. Jammer dat het zicht beperkt is, maar vanaf de Akropolis kun je de gehele stad bekijken tot aan het water toe. Een hele klim naar boven! Het is wel jammer dat er allemaal reusachtige kranen in en om de gebouwen staan als gevolg van restauratiewerkzaamheden.
We lopen ook een stuk door de winkelbuurten van Athene en besluiten de dag met een bezoek aan een geweldig mooie verenigingshaven in Piraeus aan de westkant van Athene. Daar treffen we toevallig om 8 uur ‘s avonds nog een paar dames die zeer behulpzaam zijn. Als we morgen met de havenmeester bellen weten we of we daar een week terecht kunnen.
We eten overheerlijk in een visrestaurant in Piraeus, maar de rekening was helaas navenant.

5 november

We doen rustig aan vandaag. Geen bijzondere plannen en nog moe van gisteren, de hele dag in Athene rondwandelen. We kunnen helaas misschien pas later in de haven waar we gisteravond geweest waren terecht, er was nog geen plek.
In de haven waar we nu liggen moeten we verkassen van waar we liggen, er komt op deze plek een huurvloot binnen van ca 45 schepen.
We verkassen, doen boodschappen en lezen veel.

 

Vorige Reisverslag  Naar Menu  Volgende Reisverslag