Reisverslag 33

Plaats: Egeïsche Zee; Ayvalic - Bergama - Foca

Datum: 8 t/m 11 september

8 september

We gebruiken de dag om lekker te luieren en Ayvalik te verkennen. Het is een gezellige stad met veel winkeltjes, terrasjes, etc. Er omheen is veel nieuwbouw, maar het centrum is echt authentiek en een leuke belevenis om doorheen te slenteren.
We ontmoeten een Hollandse man die met een Turkse internet bruid hier woont en we lopen een teruggekeerde Turk tegen het lijf die vloeiend Nederlands spreekt omdat hij langere tijd in Utrecht heeft gewoond en gewerkt. Ze bieden allemaal hulp aan, mochten we die nodig hebben.
We kopen lekkere dingen en proberen de gril uit op het achterdek. Het is wel wat fris, maar met een trui en een extra zeiltje om de wind om de kuip te leiden wordt het weer ouderwets gezellig.

9 september

We nemen de bus naar Bergama (Pergamon), een leuke busrit van meer dan een uur langs de kust en dan de binnenlanden in. Een leuke kennismaking met het binnenland, wat bergachtig is en erg droog. En natuurlijk een belevenis in zo’n plaatselijke bus. In het begin nog niet zo vol, maar gaandeweg stappen er mensen in van allerlei pluimage en het wordt behoorlijk vol. Maar iedereen blijft erg rustig, ondanks de warmte.  Echt heel erg leuk.
In Bergama zijn diverse prachtige ruines te bezichtigen. O.a. de (een paar honderd jaar v.Chr.) door de Grieken in Turkije gebouwde Akropolis van waar we ook een indrukwekkend uitzicht hebben over het binnenland,  met een amfitheater waar we absoluut niet op de hoogste rij durfden te gaan zitten, zo hoog en stijl is het. Ook waren er nog resten van de bibliotheek. Daar is vroeger noodgedwongen het papier (toen perkament) en dus ook het boek uitgevonden. Egypte was door onenigheid gestopt met de levering van papyrusvellen, en Grieken zijn toen begonnen te schrijven op geprepareerde geitenvellen. Dat had het voordeel boven opgerold papyrusvel, dat ze gestapeld en nu ook de achterkant beschreven kon worden. Ook hebben we het Serapeion, het rode palies, helemaal opgetrokken uit rode steen, en het Asklepeion (gezondheidscentrum). Ze lagen allemaal erg verspreid over de stad. We huren voor de hele rondtrip een taxi voor L 40.000.000 (€ 28,-), en die wacht telkens keurig tot we alles bekeken hebben en weer verder willen. Een interessante trip. Met de bus weer terug. Voor we in de bus stappen lopen we nog wat rond en we kopen bij een bakkertje een plaatselijke specialiteit. Bij de bushalte waar we in een klein bazaartje thee en turkse koffie nemen eten we het op en we worden door de Turken met belangstelling gade geslagen of we het lekker vinden. Ze vertellen ons dat het Baklava is, een zoetig hapje van bladerdeeg met honing en gemalen hazelnoten, erg lekker.
Na de terugreis eten we weer lekker aan boord.

10 september

Het is mooi weer, en we willen weer verder, dus trossen los om een uur of 11.
Er staat nog een frisse bries en met de wind in de rug en de genua voluit zeilen we met een heerlijke gang de zee weer op. Het is wel iets frisser, dus we houden een shirtje aan. Het gaat heerlijk, het waait lekker, het vaart lekker ontspannen en om een uur of  4 ankeren we in een prachtige baai bij Bademli Limani. Staalblauw water, op de ankerplek is het ca. 3 tot 5 meter diep. We hebben trouwens de hele dag geen andere boot gezien op de zee, onvoorstelbaar.
Aan de oever horen we Friese geluiden, er staat een grote boerderij met loeiende koeien.
In de baai liggen ook een Nieuw-Zeelandse, een Zwitsers en een Duits jacht voor anker
De Zwitsers komen ’s avonds even op de koffie, zij hebben hun boot in Griekenland gestationeerd en zijn op weg naar Ayvalik, waar wisselbemanning aan boord komt om de boot terug te zeilen. Ze hadden naar Istanbul gewild, maar door de sterke wind was dat dit jaar niet haalbaar. Ze vertellen ons wel het een en ander over mooie plekjes op de Griekse eilanden. Leuke lui.

11 september

Het waait nog aardig als we wakker worden, maar we hoeven niet ver, dus terwijl Hanny nog even doortukt ga ik even bij de Zwitsers koffie drinken. Ik kreeg van hen een mijnlampje wat ze over hadden, en dit is best handig onder het motorluik, of in andere duistere hoekjes. (Hij had zelf eentje met LED licht gekocht, en hij had het op in het duister de vorige avond toen ze in de rubberboot naar ons toe kwamen)
We gaan ook weer om een uur of 11 op pad. Het waait nog steeds behoorlijk, al zitten er sterke variaties in, ik zie tussen 8 en 26 kn. op de windmeter.
Op een gegeven moment, als we Lesbos achter ons laten, draait de wind ook iets naar het oosten en varen we halve wind. De golven zijn een ander verhaal. Ze komen hier samen uit het oosten, uit het noorden, er is geen touw aan vast te knopen, een ware cakewalk. Als de wind dan ook nog weg valt doen we tussendoor de motor maar even aan om niet helemaal door elkaar te schudden. De golven hebben hier een hoogte van 1,5 a 2 m. niet bedreigend, maar wel onaangenaam als ze uit allerlei richtingen komen. Hoe die golven samenkomen achter de eilanden is me hier een raadsel, ik zal me maar eens verdiepen in de patronen, want we zullen nog wel meer van deze passages tegen komen.
Weer iets verder haalt de wind weer aan tot 26 kn. en gaan we halve wind soms surfend meer dan 12 kn, de golven af. Ik vind het fantastisch, maar Hanny moet hier haar eigen belevenis maar neer zetten. (“Ik weet dat de boot het wel aankan, maar toch, om zo door de golven en de wind door elkaar geschud te worden is beslist niet prettig, om niet te zeggen best een beetje eng. Maar Henk is erg voorzichtig en stelt me dan wel gerust. Ik moet me dan ook erg verzetten, wat gewoon weer niet lekker voor m’n lijf is. Maar eenmaal in een haventje, of op een prachtige ankerplek aangekomen, ben ik het gauw vergeten. Zeker als we even de mogelijkheid hebben om al het zout van de boot te spoelen. En ik weet dat we meestal heerlijk zeilen, zonnen, ontspannen etc., dus dat komt wel weer.”)
We lopen Eskifoca binnen om een uur of 4, waar we hulpvaardig ontvangen worden aan de kade, en we kunnen gebruik maken van een ankerlijn die hier permanent ligt.
Eskifoca is een middelgroot vakantiedorp annex vissersdorp.
Het eerst wat we op de kade horen is “Komme jo heulndal ut Snits farren mij die boat”, vakantiegangers uit St. Augustinusga die hier in een hotel verblijven.
We verkennen het dorp te voet, en Hanny vindt er de oorbellen die ze al even zoekt, er zijn hier een behoorlijk aantal sieraden winkeltjes en uiteraard de nodige kleding- en schoenenwinkels. Ik probeer haar zover te krijgen, dat ze een paar prachtige, sexy pumps van YSL koopt, maar tot nu toe is me dat nog niet gelukt. Het wordt interessant, als ze ook een bijpassende tas blijken te hebben. Wie weet.
We eten voortreffelijk in een visrestaurant tegen voor Nederland goedkope prijzen, maar de Turkse kust blijft behoorlijk duurder als we in het Oostblok gewend waren.
We besluiten hier 2 dagen te blijven, het is er gezellig en dan kan de wind wat gaan liggen, wat ook de voorspelling is.

 

Vorige Reisverslag  Naar Menu  Volgende Reisverslag