Reisverslag 32
Plaats: Dardanellen - Egeïsche Zee
Datum: 4 t/m 7 september
4 september
Het heeft de hele nacht behoorlijk gewaaid, maar we lagen
heerlijk rustig in de haven van Lapseki.
Om 9 uur het anker op en met een straffe bries gaan we voor de genua door de
Dardanellen. Het is een breed water en de wind komt recht van achteren. Er is
ook behoorlijk wat vrachtverkeer en we zien een enkel zeiljacht in de verte.
We lopen hard, dik 7 kn. door het water en er staat 2 tot plaatselijk 3,5 kn.
stroom. De golven bouwen zich op een gegeven moment bij een vernauwing van het
water weer behoorlijk op en we surfen de golven af met soms 11,5 kn. De wind is
26 kn. met uithalers tot 31 kn. en de zon schijnt volop.
In de Dardanellen zijn meerdere forten langs de oevers te zien. We passeren
Canakkale, waar een mooi fort staat en waar monumenten staan ter herinnering aan
de vele gevallenen in de eerste wereldoorlog. Ook staat er een grote soldaat
geschilderd op een berghelling. Het is overduidelijk, dat het nu Turks
grondgebied is door de grote vlaggen, zowel in de lucht, als geschilderd op de
hellingen.
Om 13.00 uur zijn we de Dardanellen door en passeren Troje. We varen linksaf
richting Bozcaada, een eiland voor de kust met een haven. Als we in de buurt
komen doemt een rots op uit zee die niet op mijn kaarten staat, en voor we goed
en wel uitgevonden hebben aan welke kant we er langs kunnen zijn we ook Bozcaada
al voorbij. Het is nog vroeg en in plaats van tegen de hoge golven in terug te
varen besluiten we door te gaan naar Babakale, waar ook de Noordoostelijke wind
in de haven gunstiger is om te overnachten.
Als we tegen zessen aankomen bij Babakale komt er net een vloot visserschepen
binnen en vaart er een “grote visfabriek” naar buiten.
Er draait ook een Turks motorjacht voor de haven om de vissersschepen af te
wachten.
We draaien de haven binnen, waar het toch nog behoorlijk vlagerig is. En na enig
gezoek naar een goede plek om aan te leggen gaat het motorjacht naast een
vissersschip liggen en wenkt dat we bij hem langszij kunnen komen. Met de nodige
extra lijnen naar de wal liggen we hier voortreffelijk. Er is ook een restaurant
met uitzicht op Lesbos, het eerste Griekse eiland wat we zien, groot en
bergachtig. Het dorp stelt verder helemaal niets voor, veel vervallen huizen en
een paar restaurantjes, waar wel drukte is. En weer erg vriendelijke mensen.
De nacht blijft winderig, maar……
5 september
Onze Turkse buren hadden gezegd dat ze om 5 uur weg wilden
richting Istanbul, dus ik lag om ½ 5 al te wachten op een seintje (het woei toen
nog stevig). Maar ze werden pas om 8 uur wakker, en de wind was toen wat minder.
Ze kloppen op de boot terwijl we nog in bed liggen, en voor ik goed en wel wat
kleren aan heb (en Hanny een beetje wakker is) hebben ze hun boot al los van de
wal en liggen wij nog half aan hen vast (de lijnen van de wal waren wel
ingehaald). Ze gunnen ons nauwelijks de tijd om los te maken, en stuiven vol gas
weg, kennelijk moesten ze hun slaapuurtjes inhalen want bij 15 kn. moesten ze
nog 20 uur varen; de boot kon max. 22 kn. met 2 x 400 pk.
Wij besluiten dan ook maar door te varen. Terwijl Hanny de zaakjes binnen klaart
zet ik het grootzeil met het 2e rif en varen we door richting Ayvalik,
waar we naar toe willen om ook Pergamon (Bergamo) te kunnen bezoeken.
De wind haalt echter weer aan met vlagen tot 31 kn. en de aanvaart naar Ayvalik
is nogal rotsachtig dus besluiten we om Assos binnen te lopen, een haventje aan
de kust.
Hier worden we geholpen door een schipper van een fraaie Gulet die hier bijna
permanent blijkt te liggen want hij is van de eigenaar van het hotel, aan wiens
kade we liggen in de haven.
Wij brengen het anker uit en hij biedt nog een ankerlijn van het hotel aan, want
ze verwachten weer veel wind. We liggen hier weer voortreffelijk, en de wind
haalt nog meer aan.
Assos is een verzameling van restaurantjes en hotelletjes, een normaal huis
staat hier bijna niet. Om de hoek vinden we ook een strand met in zee gebouwde
steigers om op te zonnebaden. Het doet wel erg vriendelijk aan allemaal.
Ook gaan we met de taxi naar het fort “de tempel van Athene” wat boven op de
berghelling staat bij het dorpje Behramkale. Hier hebben we een geweldig
uitzicht over de Aegeische Zee en kijken ook weer uit over Lesbos.
Het Turkse binnenland is weids en grillig bergachtig.
We hebben overigens veel plezier van een boekje wat we van Dik en Els hebben
gekregen; Expert Turkse Kust, ISBN 90-410-1784-4, waarin we veel
achtergrondinformatie vinden.
We eten aan boord, want op de terrasjes waai je weg, en ze liggen inmiddels in
de schaduw zodat het er niet meer aangenaam is.
6 september
We blijven wegens de hevige wind nog maar een dag liggen, alles even bijwerken en zwemmen aan het strand.
7 september
Het is prachtig rustig weer als we opstaan, de hele nacht
heeft de boot wel behoorlijk liggen deinen op in de haven inlopende golven, nog
als gevolg van de storm.
We ontbijten rustig en als het weerbeeld aanhoudt besluiten we te gaan. Ook de
navtex gaf geen gale warning meer. Wel stond er een bericht op dat twee
crewmembers vermist werden tamelijk dicht bij ons, gelukkig werd een half uur
later het bericht weer ingetrokken.
We hijsen de zeilen en we dobberen op de deining met een gangetje van 1,5 kn..
Dat schiet niet op, we moeten naar Ayvalik een afstand van 21 mijl, dus na een
uurtje de fok inrollen, en met grootzeil en motor rustig de goede kant op.
Na nog een uurtje neemt de wind wat toe, en zie ik in de verte zelfs wat witte
kopjes op het water verschijnen. Ik besluit bij 17 kn. wind het eerste rif te
zetten, maar binnen een half uur staat er 24 kn. wind en trek ik het tweede rif
er bij. De windmeter laat al gauw weer 27 tot 30 kn. zien. En dat ruime wind,
met waarschijnlijk toch nog behoorlijke golven van gisteren .
Inmiddels zijn we op rustiger water beland onder wat eilanden en zoeken we het
vaarwater op zoals door een Turkse schipper aan ons uitgelegd. Want naar zijn
zeggen kun je niet rechtstreeks naar de vuurtoren varen, hij was daar met 1,5 m.
diepgang hard op de rotsen gelopen. Vanuit Assos moet je eerst behoorlijk rechts
van de vuurtoren aanhouden, en met een bocht de betonning invaren, betonning die
pas laat in zicht komt. We navigeren daarom op de GPS en zetten menig kruisje op
de kaart.
We lopen de mooie baai van Ayvalik binnen, en zien een behoorlijk luxe en grote
stad opdoemen met veel vertier aan de waterkant.
Rechts achter in de baai ligt de jachthaven, waar we voortvarend aan een plekje
geholpen worden.