Reisverslag 28
Plaats: Istanbul
Datum: 21 t/m 23 augustus
21 Augustus
Als we de Bosporus naderen doemen er uit de wazige lucht
allerlei vrachtschepen op die voor de rede van Istanbul liggen te wachten.
En;!!!! Een hele school dolfijnen komt met de Alegria spelen, het zijn er zoveel
dat ik ze niet kan tellen. Ze dollen voor de boeg, springen, draaien, kijken ons
scheef aan, werkelijk een traktatie voor het oog, en ik kon ook de nodige foto’s
schieten, in een woord geweldig om mee te maken. Ik had de neiging bij ze in het
water te springen, maar toen ik de motor uit zette waren ze zo verdwenen.
Dan de Bosporus; wat een belevenis, het is een en al bebouwing in de Bosporus,
van allerlei gebouwen, van vervallen tot fantastisch. Ook zijn er veel jachten
die her en der in havens of voor anker liggen. Ondertussen lopen er allerlei
vrachtschepen om ons heen en is het een gevlieg van allerlei passagiersschepen
en ferry’s. De bruggen zijn immens hoog, de vrachtwagens rijden als dinkytoys
over de brug. Het doet me wel weer aan sommige stukjes Donau denken, maar het
St. Tropez gevoel wint, want de jachten zijn veelal van enorme afmetingen. Op
een gegeven moment komen 2 grote motorjachten op volle vaart voorbij stuiven met
een geweldige golfslag die bij ons zelfs over de boeg slaat door het open luik
in de douche, ze denken hier absoluut niet aan anderen die misschien last van ze
kunnen hebben.
Maar de Bosporus moet je gedaan hebben, een fantastische belevenis.
Om 7 uur lopen we Atakoy Marina binnen, waar ik dit nu zit bij te werken. Een
geweldig grote haven 6 mijl voorbij de Bosporus, vlak bij het vliegveld na
Istanbul waar Mark en Jetta maandag aankomen.
We eten wat in een visrestaurant met zicht op de Zee van Marmara, en weten
direct weer dat we in een westerse wereld zitten als we afrekenen Lira
145.000.000 (ca € 80,-).
22 augustus
Een rustige dag, drukkend weer, we luieren lekker op de
haven en verkennen de omgeving. Er is hier een enorme supermarkt en een
peperduur winkelcentrum waar je alle merkkleding op een rijtje vindt.
’s Avonds als we aan boord komen steekt er wind op, en niet te zuinig, de
windmeter geeft op een gegeven moment 35 kn. aan. Dus iedereen in rep en roer om
extra lijnen uit te brengen. Van de marina komen ze ook alle boten langs om te
zien of ze goed vast liggen.
Het regent dan ook weer stof uit de lucht zodat de boot er weer niet uit ziet.
23 augustus
Om 9.30 moet ik op kantoor komen voor een de paperassen.
We hebben een transitlog nodig om in Turkse wateren te mogen varen en we moeten
nog inklaren.
Dit is een poppenkast; de haven stuurt iemand mee, dat kost je Lira 47.000.000,
maar doe het maar want anders zoek je je helemaal het rambam. We vullen eerst
het een en ander in op het zeer lux ingerichte kantoor van de marina en dan
stappen we in de taxi, er is ook een Zwitser die voor hetzelfde verhaal mee
gaat.
We gaan eerst naar Health control, die voor 5.500.000 L een stempel zet
zonder verder iets te vragen over onze gezondheid. Dan gaan we naar de
Harbour Master, die we met elk 10.000.000 L om moeten kopen, anders moeten
we na Pasport Control hier weer terug komen voor een tweede stempel. Het duurt
hier een eeuwigheid.
Dan gaan we naar een tourist office, war ik voor $ 10.- twee visa moet
kopen, waar ik van dacht dat we die niet nodig zouden hebben, maar dus toch, en
deze maneer wou dollars en geen Lira’s, zodat ik eerst nog dollars moest
wisselen en toen kregen we twee postzegels mee, die we nodig bleken te hebben
bij pasport control. Uiteindelijk moeten we dan nog langs bij Customs
voor een stempel, en rekenen we na 4 uur L 50.000.000 met de taxi af.
Het was een grote rondreis naar allerlei instanties op verschillende adressen,
het leverde nog wel een leuke taxirit op die ons door allerlei straatjes van
Katakoy voerde, maar ze zouden er toch eens wat op moeten verzinnen om dit onder
een dak te brengen, en nog beter, de helft van dit theater te schrappen.
Maar zoals Stefan, mijn Zwitserse maatje, zei “als je hier niet tegen kunt, moet
je hier niet komen”. Daar zit ook wat in.
Als ik terug kom is Hanny inmiddels ongerust waar ik blijf, en dat is ook geen
wonder, ik ging weg om even iets te regelen, en het duurt dan 4 uur.
We doen nog gauw wat boodschappen, en ruimen de boot nog wat op.
Om ˝ 3 staat de jeugd op de steiger, gebracht door het busje van de werf waar
Steven en Melle de Da Vinci’s bouwen, want Melle zat stom toevallig in hetzelfde
toestel om in Istanbul het e.e.a. voor Steven te regelen, dus die zien we ook
nog even. Het is helaas bewolkt en niet warmer dan 22 graden, niet het welkom
wat wij ons voor hadden gesteld.
Melle moet helaas direct weer door en een verdere ontmoeting zit er ook niet in,
maar wel leuk dat we elkaar toch nog even hier ontmoet hebben.
’s Avonds gaan we naar Kumkapi, waar het ene restaurant naast het andere zit, en
iedereen je met de mooiste aanbiedingen naar binnen wil praten, een prachtig
theater, we kopen ook nog een mooie werphengel (ik heb nu een expert bij me) en
eten daarna heerlijk in een van de restaurantjes waar we worden geholpen door
een Turk die zichzelf fonetisch Nederlands had geleerd.
De taxiritjes zijn een avontuur op zich, ze jagen overal tussen door, links,
rechts inhalen, bumperkleven, alles is hier toegestaan lijkt het.
Terug op de haven gooit Mark onmiddellijk de hengel uit, en kletsen we nog even
lekker na. Het is heerlijk de jeugd weer bij ons te hebben.