Reisverslag 22
Plaats: Donau; km 691-Oltenita
Datum: 26 t/m 30 juli
26 juli
Ik ben op tijd wakker, en besluit de rest te laten slapen
en alleen verder te varen. Als ik in het water plons voor de ochtendduik komen
er echter toch nog 2 andere liefhebbers boven.
Ik had nog een poging gedaan om de schroefas rustiger te maken, maar het had een
averechts effect, dus onder het varen de motor maar weer teruggezet in de oude
stand, daar was mee te leven.
Ondertussen weer contact gehad met de werf in Oltenita en daar hadden ze
toevallig een watergesmeerd lager voor een 30 mm as op voorraad, dus dat treft.
We varen flink door om kilometers te maken. Het weer is geweldig, lekker dat we
op een boot zitten en nog wat wind genereren. We stoppen alleen af en toe om te
zwemmen, dan laten we de boot gewoon drijven en op 1 persoon na springen we in
het water, waarna de arme achterblijver wordt afgelost om ook nog een duik te
maken. Het water is lekker verfrissend het zal in werkelijkheid wel warm zijn,
maar alles is relatief.
Langs de oevers is het beeld aan de Roemeense kant tamelijk saai, allemaal
bomen. De Bulgaarse kant is veel gevarieerder, heuvels, bergen, strandjes,
steden, kampeerders tussen de bomen, veel vissers in de walkant. Ook zien we
onderweg diverse schaaps- en koeienherders met soms behoorlijk veel vee, een
maal tel ik schattenderwijs toch meer dan 100 koeien, die beesten staan dan vaak
tot hun nek in het water voor wat verkoeling.
Ook spot ik een echte adelaar, wat een enorme vogel, jammer dat ik geen goede
telelens op de camera heb, het zal wel een stipje in de lucht zijn. Wel een
indrukwekkende belevenis om zo’n gigant langs te zien vliegen, hij zweefde over
de bergtoppen.
Het varen was gisteren al wat gecompliceerder, want hier merk je het geweld van
water. Wat op de kaart staat is er niet meer, en er zijn op andere plekken
spontaan nieuwe eilanden ontstaan waar ook in no time weer een geweldig bos op
staat van wilde bomen, veelal wilgen en dat groeit als kool. Boeien zijn er
meestal niet, als er wel een boei is betekent dat vaak dat het een ingang naar
een ander vaarwater aangeeft, i.p.v. leuk links of rechts laten liggen. Het
maakt het wel boeiend en soms even spannend want met ca. 2 kn. stroom mee moet
je geen verkeerde dingen doen, anders ben je er al voorbij.
Als we bij Zimnicea aankomen op km. 556 vaar ik langs de Roemeense kant waar we
willen overnachten. Voor aan wal te gaan wil de crew nog even zwemmen maar
opeens geeft de dieptemeter minder dan 3 m. aan dus snel in de achteruit en
warempel we lopen aan de grond. Hard achteruit en met de boegschroef keren,
anders drukt de stroom je er verder op.
Het water is hier zo breed, en niets wijst er op dat het ondiep is en vlak bij
havens aan beide zijden van het water zou je dan toch wel tonnen verwachten, de
laatste ton lag ca. 3 km. terug.
Tegen stroom proberen een doorvaart te vinden door langzaam achteruit te varen
en de dieptemeter in de gaten te houden. Het blijft ondiep tot zeer ondiep, het
lijkt mij niets hier langs de Roemeense kant, we varen een stuk terug
stroomopwaarts en proberen het meer naar de Bulgaarse kant. Al met al hobbelen
we over ondieptes heen, letterlijk, we hebben minstens 10 keer grond geraakt en
we vragen ons af hoe dit moet. Er liggen langs de Bulgaarse kant wel
vrachtschepen, maar die liggen ook niet diep. Wat is hier aan de hand? Opeens
zie ik een sleepboot vlak langs de Bulgaarse kant varen en ik besluit daar ook
naar toe te gaan. En jawel, hier loopt een geul van misschien 50 m breed, maar
wel 5 a 6 m. diep en we kunnen weer verder. Het door ons uitgezochte
overnachtingsplekje laten we achter ons omdat we het niet vertrouwen daar heen
terug te varen wegens de ondieptes.
Jammer Hanny, dat wordt weer koken aan boord, terwijl we ons verheugd hadden op
een Roemeense hap aan de wal. Verderop waren geen steden meer bereikbaar voor
het donker werd, en in het donker varen is hier niet mogelijk zonder kennis van
het water en een goede radar.
Er is nog wel een Bulgaarse vrachter die ons uitnodigt aan te hangen, maar daar
zien we maar van af, alleen al de rook en roetwolken uit zijn schoorsteen zijn
niet leuk voor een wit jacht (de vlokken roet vallen letterlijk uit de lucht).
Het is best wel lastig nog een ankerplek te vinden, maar net voor de nacht
invalt (onderweg varend heerlijk gegeten, sperziebonen, puree en runderworst
ingeblikt door de slager), vinden we een mooie ankerplaats op km 523 aan de
Bulgaarse kant vlak bij een strandje waar sportvissers actief zijn, ze blijven
bijna de hele nacht vissen. Ook gaan een paar vissers nog het water op om netten
te legen en om met lijnen te vissen. Ze maken dan met een soort pijpje een
lokroep voor zalm, dit pijpje slaan ze door het water en dat maakt een
verdragend “soemp” geluid wat blijkbaar zalmen lokt.
Ik zit dat heerlijk buiten gade te slaan, terwijl de rest weer vlucht achter het
muggennet. Deze muggen zijn vooral bij zonsondergang actief tot een uur of
10-11, en dan zijn ze weer vertrokken.
27 juli
Op tijd weer op, zwemmen en anker op. Vandaag komen we in
Oltenita als alles goed gaat.
We komen tussen Giurgiu en Rousse door, 2 grote havensteden, waar ook veel loos
is, het lijkt hier wel te bruisen in tegenstelling tot veel ander plaatsen die
we onderweg hebben gezien. Er trekt ook nog een grote duwboot even aan de fluit
als we langs varen, we krijgen toch wel veel reactie van de beroepsvaart die het
blijkbaar wel wat vinden dat we met zo’n “jachie” zoals de fam. Den Herder dat
in Turnu Severin noemde de Donau afzakken.
We zijn inmiddels aan de grillen gewend van de wandelende Donau zodat we ons
niet meer laten verrassen, en om 14.00 uur komt Oltenita in zicht. We zwemmen
nog even voor we de warme wal op gaan, en leggen om 14.30 uur aan in het basin
van Navol, waarachter de Stentor werf zit.
Al gauw duikt Stefan, de werfbaas, op die ons vertelt waar we kunnen liggen.
We pakken wat spullen in en gaan met Stefan en Rodica, ook werkzaam bij Stentor
en vrouw van Stefan, in haar nieuwe Citroen C3 met airco naar “Casa Stentor” het
huis van Karel, met gastenverblijf.
Dit is een prachtig authentiek ingericht huis met 5 slaapkamers, elk met eigen
wc en douche, een grote kamer en een geweldige patio, waar het onder de
druivenranken in de zon goed toeven is. Een en ander wordt bewaakt door Lisa, de
hond van Stefan en Rodica die in een huis aangrenzend wonen.
Het eerste biertje staat al koud en er staat een mooie fles wijn voor ons klaar,
we voelen ons de koning te rijk.
’s Avonds eten we met Stefan en Rodica in Comtot, een prima restaurant, waar we
een heerlijke Roemeense dis genieten.
28 juli
Vroeg op want Stefan heeft om 9 uur geregeld dat er mensen
zijn om de boot uit het water te takelen. In de tuin staat een heerlijk ontbijt
klaar, hier door de werkster neergezet, een alleraardigste vrouw die wel engels
verstaat, maar het is eenrichtingsverkeer. Later op de dag verschoont ze de
bedden, handdoeken, etc. het is hier een leven als een god in Frankrijk. Het
weer is nu ook wat aangenamer, niet zo warm meer.
De reuzenkraan van de buurman Navol wordt ingezet om het nietige jachtje uit
Nederland op de wal te zetten. Eerst de mast er af, dat ging soepel en hij werd
met een zwaai ca. 50 m. verderop op de betonplaat neergezet. Toen de Alegria in
de banden, na wat scepters te hebben afgeschroefd ging dat ook prima. Maar als
je je boot 20 m. boven het water ziet hangen gaat er toch wel wat adrenaline
lopen. De kade is ca. 15 m. boven het waterniveau, vandaar die hoogte. Maar
alles gaat zeer beheerst, ze doen dit vaker, dat zie je zo.
Er worden bokken aangesjouwd en na enig stopwerk staat Alegria op Roemeense
bodem.
Al met al waren er op enig moment 19 man bezig om 1 bootje uit het water te
halen, maar zo werkt dat nu eenmaal in hier.
Bij inspectie van de schroefas blijkt dat er helemaal geen achterlager meer in
zit. Blijkbaar heb ik met het vernieuwen van het binnenlager, waarbij je de as
naar buiten moet schuiven de resten van het oude lager er uit geduwd, we keken
in een totaal holle en lege pijp. Na inspectie van de as blijkt hiermee niets
aan de hand te zijn, zodat de mecanicien zoals ze hem hier noemen aan het werk
kan om een nieuw lager in te bouwen. De buitenpijp van RVS had aan de achterkant
een dreun gehad van een of ander object, zodat we besluiten daar 1,5 cm af te
zagen om het nieuwe lager goed in te kunnen brengen. In deze RVS pijp zit een
polyesterbuis, en daarin hoort het lager te zitten. Het lager wat op voorraad is
heeft wel de juiste as diameter, maar is te dik om zo te monteren. Ze slijpen
enige millimeters van de polyesterbuis af over een lengte van ca. 9 cm. en na
enige uren passen en slijpen zit het nieuwe lager op zijn plaats. Deze
mecanicien was ook een vakman.
In de boot doe ik het meeste werk liever zelf, want hun werkkleding is momenteel
ook niet op een mooi, wit bekleed jachtje afgestemd. Na het hijsen was het dek
ook een puinhoop van alle Roemeense voeten die over het werfterrein hadden
gelopen, en er komt ook wel wat stof uit de lucht, maar dat lossen we wel op met
water als de boot weer in het water gaat.
Tussen de middag krijgen we een heerlijke broodmaaltijd met soep in Karel zijn
kantoor met airco. Het weer werkt aardig mee, het is niet bloedheet, er valt wel
te werken, al zweet ik in now time in deze omstandigheden.
Ondertussen zijn er 3 jongelingen ingezet om de romp schoon te maken en te
poetsen. Stefan heeft het liefst dat we zelf helemaal niets doen, maar dat
kunnen we gewoon niet, dus af en toe een handje hier en wat raadgeving daar en
alles loopt op rolletjes. We hadden weer zo’n lelijke gele vlek die we met ship
clean behandelen. Als poetsmiddel heb ik Dulon mee, een 2 componenten was waar
we goede ervaringen mee hebben. Het blijkt alleen lastig goed uit te leggen hoe
dit aangebracht moet worden, je moet er dus wel bij blijven om enige malen
opnieuw uit te leggen dat de lagen niet uitgepoetst moeten worden, maar alleen
opgebracht. Het eindresultaat is een mooi glimmende romp, en daar gaat het om.
’s Avonds lopen we moe maar voldaan door allerlei straatjes naar Comtot, het
huisrestaurant van Stentor. Rodica had al gebeld dat we er aan kwamen, en we
kregen een mooie tafel vlak bij het hek. Achter dit hek stond in de loop van de
avond een jong bedelaartje, die niet van ophouden weet tot we de restaurateur
vragen haar weg te sturen.
29 juli
We gaan naar Boekarest vandaag met het Stentor busje. Met
chauffeur Marian vertrekken we na weer een heerlijk ontbijt, nu binnen want het
regent.
We bezoeken het paleis van Ceausescu, een dorp met oude Roemeense woningen (een
beetje te toeristisch) waar we onder daverende muziek een salade bestellen met
wat te drinken. Daan dacht dat hij brood besteld had, maar kreeg gekookte
aardappelen met een haar er in (hij voelde zich al wat half, maar dit deed de
deur dicht) ik kreeg salade terroristi, wat een schaaltje augurken bleek te
zijn, en de dames een Bulgarian salate. Dit was goed te eten, zodat met een
vorkje over en weer toch iets in de maag kregen. Om de rekening op te maken
hadden ze met 2 man ongeveer 5 minuten werk, en hij klopte bij natellen nog
niet.
Met Marian naar het centrum naar Cafe Amsterdam, een ontmoetingsplaats voor
zakenlieden uit het buitenland, waar we hadden afgesproken met Jan Hilgen, een
nieuwe man bij Stentor, die Karel assisteert. Jan had de treinkaartjes voor Daan
en Miranda gekocht, een slaaptrein naar Wenen, waarvandaan ze weer met de auto
terug rijden.
Hierna gaan we nog wat shoppen en sight seeing in het Centrum van Boekarest,
waarna we met Jan Hilgen afgesproken hebben in Hanul Manuc een fantastisch
restaurant, een aanrader als je in Boekarest bent, met een bandje wat we helaas
niet konden zien maar wel horen.
Jan (die al 30 jaar in Roemenie woont en werkt) heeft alles al besteld, en we
krijgen een echte Roemeense specialiteit; we eten naar later blijkt een soep van
koeienmaag (met gemengde reacties), waarna we een heerlijke gevarieerde maaltijd
van allerlei vleessoorten met een heerlijke salade krijgen opgediend. Daan eet
bijna niets, hij is echt niet in orde, voelt zich erg moe, maar slaat zich er
dapper door heen. We rekenen voor 5 personen 4.000.000,- lei af, ca. € 100,- en
gaan weer naar Casa Stentor waar Daan direct in bed stapt en Miranda zien we ook
niet meer.
30 juli
Vroeg op om 7 uur, want om 9 uur staat de kraan klaar om
Alegria te laten zwemmen en ik wil van te voren nog wat voorbereiden zodat er
niets fout kan gaan. Om iets voor 9 uur is Daan er ook, nog niet fit maar toch
fijn dat hij er bij kan zijn, want ik maak mij vooral zorgen om met zo’n grote
kraan de mast er op te zetten met zijn windex, windmeter en antennes, want we
moeten ook nog 15 meter langs een eng trappetje naar beneden ondertussen de mast
in bedwang houdende. Maar alles gaat goed, en binnen 2 uur is de Alegria weer
een zeilboot.
Daan gaat weer in bed en ik maak als eerste de boot weer schoon.
De rest van de dag besteed ik aan de elektronica, en aan het eind van de middag
werkt alles weer naar behoren, alleen een koppeling van de coaxkabel is verroest
hier moet een nieuwe voor komen.
Als ik thuis kom met de Dacia een Roemeense renault die ik te leen heb, zijn
Daan en Miranda nog in coma, en leest Hanny een boek van Heleen van Rooyen bijna
in een dag uit.
We zijn door Rodica en Stefan uitgenodigd voor een barbecue, we maken ook kennis
met hun zoon Octavian en we eten wellicht het lekkerst van alle maaltijden die
we in Roemenie gehad hebben.
31 juli
Karel is jarig, en de jeugd gaat op de trein. Zal wel stil zijn. Ze hebben al met al 4 weken met ons doorgebracht. Het was een fantastische ervaring, ook voor hun. Stiekem hebben ze toch ook wel weer zin in de Sneekweek. Vandaag komen de Zweden in Oltenitia aan, en maandag komt bij hun de mast erop. Een paar dagen zal het stil worden met verslagen, want we doen het even rustig aan. Wordt vervolgd.