Reisverslag 21
Plaats: Donau Drobeto Turnu Severin - km 691
Datum: 24 en 25 juli
24 juli
Als we de ogen open hebben komen ook de Zweden naar ons toe
varen, zij hadden een heel gedonder gehad met een Bulgaar die claimde dat de
kade tegenover ons aan de Bulgaarse kant van hem was en € 20/uur liggeld wou
hebben, wat later veranderde in € 18/boot, maar ze hebben niets betaald, toch
vroeg opgestaan en wegwezen. Na om kwart over zeven uitgezwaaid te worden door
de bemanning van de Deo Juvante, vertrekken we en varen deze dag met elkaar op.
Het stroomt hier behoorlijk, wat maar goed is, want het tempo wordt bepaald door
de Barina die toch enkele knopen langzamer is als wij gewend zijn.
We zijn van het piepen af, maar de boot schudt behoorlijk, ondanks dat ik met
voelermaatjes de as perfect had uitgelijnd, er is dus duidelijk nog wat anders
aan de hand. Als ik de motor weer ongeveer op de oude foute afstelling zet is er
duidelijk minder gebonk, en we varen dus maar door. Waarschijnlijk is de as krom
en of het achterlager defect door een aanvaring met een blok hout en moeten we
in Oltenita maar zien of we de boot in zijn geheel boven water kunnen krijgen
voor een volledige inspectie.
We komen aan bij de 2e sluis na de grens, we krijgen geen reactie op
oproepen naar de sluis, ik probeer Duits, Engels en Frans. Van een Duits
vrachtschip krijgen we de tip om naar de Servische kant te gaan, waar hij net
naar boven schut. Hier ligt ook onze kanovaarder al 4 uur te wachten, wij waren
de eerste boten sinds de ochtend, in de sluis krijgt hij deze keer een cola-tje,
want het bier is op aan boord (en het is nog vroeg).
Als we door de sluis zijn begint het te onweren, en de jeugd is enthousiast dat
het wat koeler wordt. De Zweden willen voor anker gaan en we besluiten naar een
geschikte plek uit te zien.
Het weer knapt weer op en we varen door naar KM 836,5. Een prachtige plek met
aan een kant een eiland met bossen en aan de andere kant een glooiende oever met
her en der een paar bomen, waar wat kinderen zwemmen en de volgende ochtend
lopen er een paar boertjes met een kudde koeien.
We zwemmen in een sterke stroom aan een touw achter de boot, er is nauwelijks
tegen in te komen. Ik verander nog wat aan de stand van de motor om te zien of
dat beter is, maar het blijft rommelen.
Het wordt een gezellige avond met onze Zweedse buren, ik haal zelfs de gitaar
erbij. The house of the rising sun blijkt ook daar bekend. De jeugd ligt dan al
in bed, en horen ook Hanny door het raampje meegalmen, ik zal maar niet verder
uitweiden want dat is zo sneu voor haar.
25 juli
Om 8 uur wakker, en het is weer een stralende dag. De jeugd
heeft de strijd met de muggen verloren en de bulten worden weer geteld.
We halen zo snel mogelijk het anker op want we willen vandaag veel kilometers
maken om nog enigszins op tijd in Oltenita te komen. De Zweden hebben besloten
via de Bulgaarse kant te gaan want daar zijn wat meer steden die ze graag willen
zien.
Wij gaan uitsluitend via de Roemeense kant en nemen dus afscheid van hen, tot
later in Oltenita waar ze ook graag de mast willen zetten. Onderweg doen we ook
weer even een potje scrabble.
De Donau is hier prachtig, de Roemeense kant is heel veel van hetzelfde, maar de
Bulgaarse is zeer gevarieerd met heuvels en bergen die door erosie prachtige
ronde vormen hebben gekregen, op veel plaatsen bebouwd met veel redelijk goed uitziende steden / huizen.
Er zwemmen op deze zondag veel mensen aan de oevers en er wordt veel gevist. We
horen regelmatig gefluit aan de oever als we voorbijvaren en zien een zwaaiende
arm. Ook zijn er velen die stoďcijns naar ons kijken en niet reageren op ons
zwaaien, maar wij houden stug vol met groeten.
Ook komen we een school lepelaars tegen, van die vogels met zo'n grote slobber
snavel.
Als we een Zwitsers cruiseschip tegenkomen horen we opeens een Nederlandse groet
door de marifoon, zeker een Nederlandse kapitein.
Ook komen we hier het meest vreemsoortige vaartuig van de hele reis tegen met
een zonderling figuur er op. Een zelfgemaakt vlot, nou ja een 2 romper, met een
stoel op een vlonder. Als we hem aanroepen blijkt het iemand uit Augsburg te
zijn en het varend wonder heet Kati. De man zelf zat in een dichte jas,
handschoenen aan, te peddelen op de stroom.
Onderweg gooien we de motor even uit voor een verfrissende duik, controle van de
schroef en het lager (waar we niets aan kunnen vinden) en we maken de waterlijn
even schoon.
Het water is hier veel schoner als in Joegoslavië, hoewel we ook hier nog wel
een enkele Donau vuilnisdump tegenkomen.
We proberen in een zijriviertje de Jui te ankeren bij km. 691, maar daar staat
niet genoeg water. Aan de overkant achter het eiland Kopanita vinden we een
ankerplek als we er een kilometer in opvaren naast een prachtige plek waar
allerlei vogeltjes op de oever naar voedsel pikken. Een dag met 146 afgelegde
kilometers. De Donau stroomt hier gemiddeld 2 kn. en is vandaag als een spiegel
wegens het gebrek aan wind.
Daan wilde niet koken, dus toen werd het weer een wonder van Hanny. Een
heerlijke koude rijstsalade. Verrukkelijk met een glaasje witte wijn.
Daarna gaan we het gevecht met de muggen weer aan, de dames lezen wat en Daan en
ik schaken een potje. Op naar de volgende dag.