Reisverslag 20

Plaats:  Donau; km 999 - Orsova - Drobeta Turnu Severin

Datum: 21. 22 en 23 juli

21 juli

Er valt weer heel wat te vertellen, de liefhebbers kunnen er even voor gaan zitten.
Heerlijk overnacht op een fantastische plek, alleen een cruiseschip dat in de nacht voorbij kwam maakte wat golven, verder lijkt het wel of de wind afgestopt wordt door de bergwand waar we voor liggen.
We varen naar Donji Milanovac waar een groot schip permanent voor de wal ligt om bij het dorp aan te kunnen leggen. Hier lagen ook de Serviers die we de vorige avond hadden getroffen.
We melden ons eerst bij de politie zoals ze ons hadden aangegeven (we waren immers al uitgeklaard). Een meisje op een terras hielp communiceren want de politie spreekt hier geen talen, hij lachte er een beetje omdat we ons meldden, en we konden onze gang gaan.
Op een heel primitieve markt heerlijk fruit en groente gekocht en in een supermarkt nog wat te drinken ingeslagen. Het tandeloze vrouwtje op de markt stopte lachend bij de tomaten en courgettes nog een ui en een peper, dat hoorde erbij volgens haar en we rekenden 60 dinar af, nog geen Euro.
Het was erg warm, dus weer gauw het water op.
Na een half uurtje varen begon het schroefaslager alarmerend te kreunen, dat wordt nu toch echt een probleem. Motor uit, de rubberboot er voor en langzaam doorvaren. Totdat ik mij opeens herinner dat bij de boot in een bakje van de vorige eigenaar misschien nog wel wat van dat speciale vet zou kunnen zitten, en jawel vet gevonden en bij het lager ingespoten.
Alles loopt weer op rolletjes, inmiddels waren de Serven met hun boot ook in de buurt en boden ook hulp aan als dat nodig was.
De omgeving is hier adembenemend, werkelijk tot nu toe het mooiste stuk Donau, indrukwekkende bergen om ons heen en op de dieptemeter af en toe 60 m.
De Serven stoppen opeens, er springen wat mensen in het water om af te koelen, en als we bij hen zijn wijzen ze ons op een grot waar we in kunnen met de rubberboot. Wij eerst ook maar even zwemmen, en toen met de rubberboot naar de grot, je kon er ca. 40 m. invaren, erg grillig van binnen, leuk om te bekijken enhopen dat de vleermuizen niet te dichtbij komen.  Het stroomt hier redelijk, maar drijvend blijf je gewoon bij de “stilliggende” boot, dus je kunt te allen tijde een zwemstop maken.
We volgen de Serven naar km. 967 waar een geweldige ankerplek is waar meerdere boten liggen, naar later blijkt allemaal vrienden van elkaar, die hier al jaren hun vakantie doorbrengen. Je kunt hier met een bijboot aan land, waar een mooi weiland is om te spelen en je hebt uitzicht op een immens beeld wat aan de Roemeense kant gebeeldhouwd wordt uit de rotsen, ook staat hier een leuke kerk aan het water. Er ligt ondergelopen land i.v.m. de electriciteitscentrale die het water hier 30 meter hoger heeft gebracht, en we zien naar de wal de dieptemeter oplopen van 30 naar 11 naar 5,5 meter voor we het anker uitgooien.
We maken kennis met diverse vrienden, overal worden we uitgenodigd voor (weer) een borrel. Er lag een advocaat met een Barkas in Belgrado gebouwd, en er lag een stel die een commerciële televisiezender hebben ART TV in Belgrado met een zeiljacht van 13,4 m. zonder mast. Dit stalen zeiljacht was ook in Belgrado gebouwd naar een Amerikaans ontwerp. Zij gingen ook regelmatig naar Griekenland om te zeilen en lagen normaal in Kroatie, maar vanwege de oorlog nu in Belgrado.
Ze kwamen allemaal ook nog even bij ons aan boord, en digitale foto’s werden uitgewisseld, zodat we nu ook wat meer foto’s hebben van onszelf door anderen gemaakt, een aardige bijkomstigheid van het digitale tijdperk. Tevens spraken we nog over de situatie en hun belevenissen tijdens de oorlog. (Wij hebben tijdens ons bezoek aan Belgrado, naast beschadigde flats en gebouwen, ook de “per ongeluk kapotgeschoten Chinese ambassade gezien). De “tv-mensen” woonden toen met hun gezin uit veiligheidsoverwegingen op hun schip in de haven i.p.v. in hun flat in het centrum. Enkele vrienden van ze zijn tijdens gevechten en bombardementen in Belgrado omgekomen. De man had zijn tv station niet alleen gelaten, maar liet wel al z’n personeel (60 pers.) thuisblijven. Wij zijn er stil van. Ongelooflijk, zo dichtbij en zulke vreselijke ervaringen. Zij wilden het zo snel mogelijk vergeten, maar waren ervan overtuigd, dat dat niet makkelijk zou zijn.

 22 juli

Om 8.00 uur anker op, tenminste dat was de bedoeling, maar het zat onwrikbaar vast. De neus van de boot dook gewoon naar beneden bij het inhalen op de lier. Een aantal malen geprobeerd tot de thermische beveiliging er uit klapte. Wat nu? 20 meter ketting laten lopen, en met een gangetje proberen, en jawel met de 3e poging waren we los. Met de hand de ketting ingehaald. Erg zwaar, tot we een grote boom boven zagen komen. De vorige avond waren we in windstilte een aantal malen om onze as gedraaid, en de ketting zat volledig om de boom gewikkeld. Met behulp van een van de Servische vrienden weten we de boom uit de ketting te krijgen en kunnen we onze tocht na een verfrissende duik voortzetten.
In de sluis treffen we een Tsjech in een kano. Deze wil in 2,5 maand tot Griekenland varen. Aardige vent, en zegt geen nee tegen een koel glaasje bier. Als we Orsova op km. 954 naderen meldt het lager zich weer, en ik besluit om in Orsova in Roemenie in te klaren om te zien of we daar een kraan kunnen regelen om de boot op te tillen om het lager wat we als reserve bij ons hebben te vervangen.
Bij de Douane geen problemen, er is een Engels sprekende jongeman bij die ons door het circus loodst, en we moeten eerst € 3 maar naar later blijkt € 2,- betalen aan de Kapitanaria en € 5,- voor max. 4 uur aan het ponton.
Er komt iemand bij van de naastliggende werf, en ze willen ons wel helpen met de kraan voor € 300,-, (en stalen hijsbanden) waarop ik besluit dat het hier niets wordt op deze manier, en we bellen met de heer Cerwenka. Dit wordt ons ook door de engels sprekende douanier ingefluisterd.
Hij zou onmiddellijk komen, dat duurde echter 2 uur. Na een uur kwam de douanier dit wel bij ons melden; wat bleek: de heer Cerwenka zijn buurvrouw had net toen hij in de auto wou stappen haar pols gebroken en hij had haar eerst naar het ziekenhuis gebracht, een goede reden dus.
De heer Cerwenka is een alleraardigste oudere man die perfect Duits spreekt, met een technische achtergrond en hij deed zijn uiterste best om een oplossing te bedenken. Hij meldde ook nog dat de scheepswerf alleen maar over stalen banden beschikte en derhalve toch niet geschikt was voor een jacht. Maar hij kon ook geen nadere oplossing bedenken als naar Oltenita te varen, regelmatig vet smeren en toerental wisselen om te kijken of er sprake was van een kritisch toerental. Na een biertje namen we dus afscheid van de heer Cerwenka, hij wilde geen geld of iets dergelijks hebben en we gaan weer los naar de sluis. Hij wilde alleen graag geïnformeerd worden of we Oletnita goed zouden bereiken. Dat doen we natuurlijk.
Als we de sluis naderen melden we ons en er komt een onduidelijk Roemeens antwoord, we varen door als we worden opgeroepen door een Nederlandse schipper die weet te melden dat de Roemeense sluis gesloten is en dat we beter aan de Servische kant kunnen schutten.
We varen dus naar de Servische kant, waar we door alleen onze gegevens per marifoon door te geven zonder formaliteiten door de sluis komen.
Wachtend voor de sluis maken we kennis met de Nederlanders, de fam. Herder op de Deo Juvante, die ons opgeroepen hadden met de informatie over de sluis. Ze laten ons het hele schip zien, een 7 jaar oude boot die er als nieuw uitziet, en in Orsova, Roemenie gebouwd is.. Ik doe een schot in het duister en vraag of hij ons misschien zou kunnen tillen met zijn autokraan die achter op het dek staat. Helaas, die tilde maar 1,5 ton.
Als we later in de sluis liggen biedt hij aan om een poging te doen om onze kont op te tillen.
Het loopt tegen de avond en we volgen hen naar hun ligplaats. Voordat ze hier naartoe mogen moeten ze eerst melden bij de kapitanaria en we maken bij hen langszij vast. Als ze klaar zijn en we weg willen varen willen de Ropemenen ook nog dat wij ons door het circus van paperassen laten leiden, ondanks dat dit al in Orsova gebeurd was. Ik laat wat kopieën achter van o.a. crewlist, en vaarbewijs en moet bij het verlaten van Turnu Severin me melden en $1,- betalen, een symbolisch bedrag zei hij.
Het is inmiddels donker en we worden uitgenodigd op de brug om mee te varen naar de losplek van de Deo Juvante. Een prachtige belevenis om mee te maken hoe een schip van 110 m. op radar door de haven vaart. Als een eitje legt de schipper het schip tegen de wal, en na een quick meal (veel te weinig volgens Daan) gaan we te kooi met de afspraak de volgende ochtend om 7 uur een hijspoging te doen. 

23 juli

6.30 uur de wekker, en dat in je vakantie!
Maar ook de schipper met zijn knecht stonden paraat, en we kregen de kont van de Alegria een aardig stukje omhoog, zodat ik besluit een poging te doen om het lager te vervangen.
Daarvoor moet de as van de koppeling los, en die zit met 4 inbusbouten aan elkaar vast, 2 krijg ik na het nodige gebeuk los, maar 2 willen met geen mogelijkheid, en na 2 uur zwoegen besluiten we om ze door te zagen. Bij 35 C is dat geen pretje, maar na het nodige zwoegen met zwemmen tussendoor om af te koelen hebben we de as los en kan het echte werk beginnen. De afgezaagde stompjes kunnen we, nu de spanning er af is, bijna met de hand uitdraaien (dat we daar zoveel zweet voor hebben moeten laten vloeien), zodat met 2 reeds gevonden boutjes dit weer in originele staat was te brengen. Met enig gepiel kwam ook de flens redelijk gemakkelijk van de as. Ondertussen passeerde onze Tsjechische kanoer ons weer.
Nu kwam het spannende gedeelte. Er zou er veel water binnenstromen; we waren immers tot de maximale tilkracht gegaan en de boot was wel het nodige omhoog gekomen. Maar was het genoeg of konden we nog een spuiter verwachten door de as.? Iedereen die niet aan het werk was, zelfs Christiane, de vrouw van de kapitein, stond in de gloeiende zon op de punt. Er kwam geen drup, hij was net hoog genoeg, en we konden op ons gemakje het lager vervangen, wat ook erg eenvoudig ging. De boot eerst laten zakken, en toen bleek dat de as wel 2 cm. lager zat als de flens aan de motor.  Dit zou dus wel de oorzaak van alles kunnen zijn, een foute uitlijning. De motor dus omhoog gezet en proef gedraaid, alles leek goed.
Ondertussen had Christiane aangeboden, dat we haar wasmachine mochten gebruiken. Dat hebben we natuurlijk niet afgeslagen en meteen ook de rest van de boot goed onderhanden genomen. De schipper wilde niets hebben voor hun hulp, we hebben ze uitgenodigd om ’s avonds ergens te gaan eten in de buurt.
Voor de schippersfamilie was het een leuke bijkomstigheid dat wij een handige zwemtrap hadden, want zij hadden wegens de vakantie hun 4 kinderen mee en het was veel gemakkelijker om bij ons van de boot te zwemmen als bij hun van het hoge schip. Er liepen dan ook regelmatig kleine voetjes over ons dek. Lieve kinderen en heel gezellig.
Dezelfde middag halen de Zweden ons ook weer in. Ze moeten echter aan de Servische kant overnachten, omdat ze nog niet ingeklaard zijn in Roemenie.
De matroos van het schip, Leon, zou met het vliegtuig naar Nederland, ca. 3 uur taxi, vliegen via Wenen, etc. Maar zijn taxi kreeg onderweg een ongeluk en hij mistte zijn vliegtuig. Ik kon hier “met mijn talenknobbel” ook nog enige hulp bieden, want zowel de schipper als Leon spraken slechts het noodzakelijke Duits om de rivieren te bevaren, maar verder kwamen ze niet. Einde van dit lied was dat Leon in een hotel belandde en de volgende avond weer verder zou. (Best spannend voor iemand die zijn talen niet kent, en voor het eerst van zijn leven met het vliegtuig zou)
Wij gaan met de taxi naar een restaurant en onderweg maken we voor het eerst kennis met de staat van de Roemeense wegen, het weggedrag en € 10,- lichter zijn we met 2 taxi’s in een goed uitziend restaurant, waar het krioelt van de zwerfhonden en katten waar de jeugd van de Herders nogal aan moet wennen, maar we eten er toch lekker en vooral gezellig met elkaar. In de loop van de avond sluiten nog 2 familieleden zich bij ons aan die de terugtocht aan boord de Deo Juvante mee gaan maken. Met 3 taxi’s weer naar de boot, en morgen vroeg weer op want ze gaan lossen, en het daarbij vrijkomende stof willen wij liever geen kennis mee maken. Ze vervoeren sojaschroot wat over gezet moet worden in een trein.

 

 

Vorige Reisverslag  Naar Menu  Volgende Reisverslag