Reisverslag 25

Plaats: km 216 - Sulina (Zwarte Zee)

Datum: 8 t/m 11 augustus

8 augustus

We gaan van de ankerplaats richting Braila, onderweg geven we een visser nog een touwtje wat hij dankbaar aanneemt, en hij laat ons speciaal voor de foto een enorme vis met snorharen zien.
Het is weer een warme dag, langs de oever zien we op veel plaatsen mensen zonnebaden en zwemmen, soms hele strandjes vol. Op de wal zie je een wisselend schouwspel van paard en wagen, af en toe een auto en veel lopende mensen.
Als we bij Braila aankomen is dat een enorme stad waar veel mensen aan de oever vertoeven. We besluiten door te varen want het is nog vroeg en Braila ziet er vanaf het water uit als een warme klomp beton. Het lokt geen van de drie boten om aan wal te gaan in de warmte en Galati waar ik graag naar toe wil is nog maar 20 km. verder. In Braila is veel industrie, er varen veel vrachtschepen, je ziet duidelijk dat we dichter bij de zee komen.
Nog een bijzonder spektakel was een waaghals die aan de voorkant van een varende pont af dook, zich razendsnel omdraaide en zich weer net op tijd aan de boot, die uit twee drijvers met een tussendek bestond met in het midden achterop een sleepboot, op kon trekken voor hij tussen de drijvers zou verdwijnen, levensgevaarlijk.
Galati is ook een grote stad (naar later blijkt wonen hier ca. 1.000.000 mensen). We komen langs een boulevard/park waar allemaal beelden staan, ziet er leuk uit vanaf het water. Ook zien we een mooi jacht liggen aan een ponton, de Suzanne uit Harlingen. Later blijkt dit het jacht van Philip Koning, de directeur van Damen Shipyards Galati, een oude bekende van mij uit mijn Damen tijd.
We melden ons bij de politia frontiera, wat heel vriendelijk gaat “welcome to Galatz” met een goed engels sprekende agent. De kapitania komt ook langs we mogen gaan en staan waar we willen als ze onze papieren hebben gezien, stempeltje erbij en alles is ok.
Aanlegplek is hier alleen aan privé pontons, en er komt iemand die wel een oplossing heeft, een leeg ponton, waar we mooi aanpassen met zijn drieën. Maar dan de prijs; de manager had bedacht dat we tot 24.00 uur € 20,- per boot moesten betalen, en vanaf 00 uur een nieuwe dag voor nog een € 20,-. Een oneerbaar voorstel, een tegenvoorstel is niet bespreekbaar, dus gooien we de trossen los en varen we door naar Damen, waar ze een basin hebben voor kleinere boten. Na enig gebel van de security met de lokale manager, die op zijn beurt weer met Philip Koning belt zijn we van harte welkom aan een mooie steiger waar normaal de Suzanne ook veel ligt.
Ze zijn op de werf erg druk met een schip wat net terug is van een proefvaart op de Zwarte Zee, waar ook de nodige Hollanders bij betrokken zijn. Ze hebben helaas nauwelijks tijd voor een praatje, ik laat ze dan ook maar aan hun werk.
Het is een goed georganiseerde werf, waar ze alles ook schoon houden, de panden zijn goed onderhouden en er staat een hypermodern kantoorgebouw. Ik tel minstens 7 grote schepen in aanbouw, overal hoor je geslijp en gelas, een drukte van belang. Het hele complex is enige kilometers lang. De parkeerplaats lijkt enorm, maar als ik er ’s ochtends langs loop staat hij helemaal vol met auto’s. Er werken hier blijkbaar veel mensen, die er ook een redelijk inkomen aan over houden.
Er wordt een wachter bij de boten gezet als we de stad in willen en 2 taxi’s worden voor ons besteld. Galatz lijkt ons de meest welvarende stad toe die we in Roemenie hebben gezien, veel goed uitziende auto’s, goede wegen en redelijk uitziende huizen. We lopen door de stad en eindigen aan de boulevard op een drijvend terras, waar we een hapje willen eten.
De kaart niet helemaal snappende bestellen we de specialiteit (“crab”) van het huis als voorafje Het stond tenminste op de kaart als eerste gerecht, en we bestellen er een pizza bij. De ober lachte eens vriendelijk en herhaalde nog eens vragend “six?”. Later bleek was het voorafje ook een hoofdgerecht, een overheerlijke vis en de pizza was ook niet te klein (en lekker). Afijn, voor dit alles met het nodige bier en water rekenen we voor 6 personen 1.650.000 lei € 45,- af.
Met de taxi gaan we voor € 1,5 weer naar de boten, waar onze Frans sprekende bewaker ons lachend op zit te wachten.

9 augustus

Ik maak om 8 uur even een rondje over de werf, want ik kan het niet laten even om mij heen te zien en te kijken waar ze mee bezig zijn. Ook geef ik even een bedankbrief af voor Flip Koning, hij zat helaas in de Oekraïne, zodat we hem jammer genoeg niet ontmoet hebben.
We vragen of er drinkwater op het ponton is, dit blijkt niet het geval, dus ik zeg dat ze verder geen moeite hoeven doen, maar dat “willen” ze niet begrijpen, en er komt een seintje dat er water onderweg is. Komt er toch een heuse brandweerauto met 4 man, die grote slangen uitrollen, met een grote straal drinkwater, genoeg om een tanker te vullen. Een van de waterbrengers knijpt de slang dubbel om de druk te verminderen en we kunnen alle boten volgooien, prachtige service. De Roemenen die wij ontmoet hebben doen over het algemeen wel een stapje extra om ons te helpen, of het is om de weg te wijzen of wat dan ook.
Als we wegvaren trekt een van de schepen die daar worden afgebouwd nog een paar keer aan de hoorn, een mooi afscheid van een mooie werf. Damen, bedankt voor de gastvrijheid.
De afstanden worden vanaf Galati (mile 80) weer in zeemijlen weergegeven, we naderen de Zwarte Zee dus echt.
We varen door een prachtig gebied langs de grens van Oekraïne, vanaf mile 72,5 tm mile 43 , waar wachters in torens boven de oever uitsteken en ons met hun kijkers volgen. We passeren  Reni, waar een ongelooflijk aantal kranen op de wal staat, maar er ligt bijna geen boot voor de kades, een triest gezicht.
Bij Mile 43 draaien we richting Tulcea, waar we besluiten te overnachten. Daar aangekomen roepen we de kapitania op. Er komt er eerst geen antwoord, tot er iemand van een ander schip als tolk begint op te treden. Hij antwoordde gewoon niet op onze oproep omdat hij geen woord Engels, Duits of Frans spreekt. We mogen aanleggen bij ponton 3 en we worden wel in het engels welkom geheten door de Politia Frontiera. Ze bekijken onze paspoorten, en alles is OK, als we morgen voor we weg gaan nog maar even komen melden dat we werkelijk weggaan. De kapitania is een ander verhaal; de man is traag van begrip, kent zijn eigen formulieren niet als het een jacht betreft. We moeten bijvoorbeeld laadvermogen etc. opgeven. We vullen maar wat in en na een half uur zijn we klaar met de ceremonie. Ook hier we moeten ons weer afmelden als we weg gaan. Tulcea heeft een grote goed uitziende Noorse Werf “Aker”, maar voor de rest is het een armoedig zooitje. Betonnen flats die hun beste tijd hebben gehad, maar we vinden wel een goed restaurant en later op de avond nog een leuk barretje met live muziek, waar we nog een “dansje doen”. Helaas kost een olijf me een deel van een kies, in Turkije maar eens naar laten kijken.
Ook jammer is dat het schroefaslager weer begint te piepen, deze keer met een hoge piep.
Eerst maar eens even op zee proberen in zout water, dan houdt onze wc ook op met piepen, dus wie weet.

10 augustus

We melden ons af, wat bij de kapitania weer de nodige tijd kost, maar we krijgen een exit formulier mee en we lopen via de politia frontiera, die drie hoog achter bijna onvindbaar in een rood gebouw zit en we varen om 9.20 Tulcea uit richting Crisan, waar een vriend van Stefan ons op zal wachten om ons mee de Delta in te nemen naar Mila 23.
De tocht naar Crisan gaat door een kanaal, waar we na enige mijlen een omgeslagen vrachtschip passeren. Het lijkt erop, dat dit er al jaren moet liggen, maar het blokkeert het halve kanaal.
Ook komen we langs wat dorpjes, die in de oudheid thuishoren, maar waar gewoon mensen wonen.
Het weer is afwisselend zonnig en bewolkt, 29 graden in de schaduw. Langs de oever van het kanaal, het is nml. helemaal gekanaliseerd zien we verder behoorlijk wat families met tentjes die hier aan het recreëren en aan het vissen zijn.
Het kanaal van Sulina is een rechte streep met aan beide zijden basalt blokken. De originele Donau kronkelt er langs. We komen behoorlijke coasters en ander varend spul tegen, ook zien we hier meer moderne speedbootjes die ons vrolijk wuivend voorbij scheuren. Er wordt hier weer aan watersport gedaan.
Als we bij mile 23 aankomen bel ik met Stefan zodat hij zijn vriend van Mila 23 kan informeren dat we in de buurt zijn. Hij zou ons ophalen met een bootje om daar naar toe te gaan. Het is de bedoeling dat we bij Crisan aan het ponton gaan liggen en daar zullen we dan in een klein bootje overstappen om de delta te bezoeken.
Eenmaal in Crisan aangekomen blijkt dat aanleggen aan het ponton € 10/boot/uur moet kosten, dat is wel al te grijs. We varen dus weer een eindje stroomopwaarts als er een vrolijk wuivende knaap aankomt met een vissersbootje die duidelijk maakt dat hij door Christiaan gestuurd is om ons op te halen.
Hij klimt bij ons aan boord en zegt dat we naar Mila 23 kunnen varen, no problem, wat ook het enige was wat hij in het engels kon. Verder was het een jonge, vriendelijke Roemeen, zonder voortanden, en bijna niet mee te communiceren.
Het is diep genoeg, maar ik zie ook hoogspanningskabels lopen, hierop duidend zegt hij weer “no problem”. Maar ik besluit toch er zeer voorzichtig heen te varen en vanaf de Pinta kunnen ze zien dat ik er dus mooi niet onderdoor kan.
Goede raad is duur, we bellen met Christian, want we willen de boot niet onbeheerd achterlaten. Onze gids, zo wordt afgesproken, zal als bewaker aan boord blijven en wij gaan op de Pinta, die net wel onder de kabels door kan met haar 16 m., en de Barina naar Mila 23. We kunnen niet verdwalen, het is ca. 1 uur de oude Donau “Dunarea Veche” op en daar komt ons weer een ander zwaaiende persoon tegemoet, en dat is Christian. We volgen hem naar een ponton en vervolgens lopen we door het dorp naar hun huis. Christian praat gebrekkig engels, en we hebben geen idee wat ons te wachten staat. Het dorp is gedeeltelijk nog opgetrokken uit lemen huizen, slechts hier en daar zie je een steviger optrekje, de wegen zijn gewoon van klei; je moet het zien om het te geloven. (zie later de foto’s maar)
Als we bij zijn huis aankomen staat zijn vrouw te koken voor nog een gezelschap en naar later blijkt ook voor ons in een piepklein keukentje.
Op de tafel staan kleine vaasjes, cq wijnkarafjes en ze zetten er een fles water bij. We kijken elkaar aan, zou het de bedoeling zijn om uit die vaasjes te drinken. We krijgen geen ander glas, ook niet als er bier bij komt in een 2 litersfles, dus we drinken uit vaasjes.
De vis die we vervolgens opgediend krijgen is voortreffelijk, “somn” (geen zalm), met verse tomaten salade (ze werden vlug even uit de tuin geplukt) en patat. Lekker!
Na het eten, het is dan inmiddels ongeveer 16.00 uur (en bloedheet) gaan we in een klein wiebelig bootje de Delta in; dit is het gebied waar de Donau zich wijd vertakt in allerlei watertjes en meren. Het is hier prachtig, veel vogels, mooie wateren, afijn zie ook maar weer de foto’s.
Na een tocht van 1.5 uur zijn we weer terug, want we willen voor donker weer bij de Alegría zijn, die we in de stroom net buiten de Donau arm voor anker hebben gelegd. Misschien niet de beste plek voor de nacht.
Hij ligt er nog, een hele opluchting, en we betalen onze bewaker 500.000 Lei. Er was niets bijzonders gebeurd wist hij duidelijk te maken.
We zoeken voor de avond nog een betere ankerplek, die even stroomopwaarts bij Mile 14 te vinden is.
Aan de horizon zagen we al wat donkere wolken opduiken, en weldra zitten we dan ook in een donderbui na te genieten van de dag met zijn zessen op ons achterdek, wat tijdens de tocht de favoriete plek is gebleken als we met meer bij elkaar zijn.

11 augustus

John gaat even in de mast om het deklicht te bekijken, en hij is een mastklimmer bij uitstek. Het licht doet het dan ook weer dank zij een reserve lampje. Het deklicht was wel speelgoed zij hij, daar kun je het maar mee doen.
Om 10 uur anker op naar Sulina, de laatste haven aan de oevers van de Zwarte Zee. Om 12 uur meren we af, nadat we eerst de tank weer vol gegooid hebben.

 

 

Vorige Reisverslag  Naar Menu  Volgende Reisverslag