23 juni

 

’s Ochtends rustig ontbeten in de haven. Hierna de fietsen klaargemaakt, en op de fiets Bamberg in. De fietsen doen het uitstekend.

Bamberg is een oude stad met een grote Dom, een fantastische rozentuin, klein venetie, allemaal pitoreske huisjes aan het water, en nog veel meer bezienswaardigheden.

We zijn de Dom in geweest, een heel bijzonder gebouw, met ook half onder de begane grond allerlei bezienswaardigheden. Zeer de moeite waard.

Vermoeid nemen we een drankje op een terras, ik neem een Rauch bier een plaatselijke specialiteit, je ruikt en proeft de rooksmaak, ik vond het niet erg lekker. Hanny ging voor een veilige droge witte wijn, dat smaakt hier bijzonder goed.

Weer terug naar de boot, en de trossen los om 14.00 uur, en de trip voortgezet naar Forchheim, waar we om 17.00 uur landden. (km 28,4) We hadden van tevoren gebeld of onze diepgang een probleem was, dit was niet het geval, maar bij binnenlopen zag de dieptemeter toch nog 1.60 m. (dit was direkt bij de ingang), maar het liep al weer snel op tot 3.50 m. en meer.

Alleen de lengte van de aanlegplaatsen leverde een probleem voor ons op, want ook hier zijn ze maar kleine bootjes gewend. Uiteindelijk met wat lange lijnen uitgezet lagen we toch veilig en prachtig.

De Muse was ook hier weer neergestreken, en ’s avonds hebben we met elkaar voetbal gekeken bij ons aan dek, waar de televisie het met de spriet van opa het wonderbaarlijk goed deed. De bemanning van de Muse had overheerlijke aardbeien meegenomen en de avond eindigde voor Nederland ook nog in een voortzetting van het EK dankzij goed voetbal van het Nederlands elftal, maar vooral omdat de Tsjechen Duitsland wisten te bedwingen.

 

24 juni

 

Forchheim bezocht op de fiets, 5 minuten fietsen van de haven. Dan kom je er ook achter dat je vlak naast een snelweg zit met de haven. Forchheim is een alleraardigst plaatsje, waar alles te koop is, en het ziet er gezellig uit. Het had wel wat van Sneek. Er werd van alles opgetuigd voor festiviteiten in het weekend, podia, kraampjes, oude ambachten, etc., het wordt hier groots aangepakt.

Om 12.00 uur weer van de wal, door stroming en een onhandige ligplaats in een hoek pikte ik net een sportbootje mee met het anker, er zit helaas een krasje op. De eigenaar was er niet, heb maar een visitekaartje achter gelaten. Maar zien of er iets achter weg komt.

We komen vandaag echte sluizen tegen, met een verzet van 20 m., zal mij benieuwen.

Ik schrijf dit terwijl we een uur moeten wachten voor sluis Erlangen, hij was net naar boven aan het schutten, en komt zodadelijk weer naar beneden.

Ik dacht dit is mijn kans, ik loop naar de sluis toe en vraag of ik even boven bij hun kon kijken, nou dat viel even tegen, er was een bel aan de deur die je doorverbond naar een geheel andere sluis, blijkt dat dit een onbemande sluis is die van elders wordt bedient. En wij maar zwaaien naar al die sluishokjes, en we hadden al eens tegen elkaar gezegd dat er niemand te zien was, ha ha

De laatste sluizen zijn zogenaamde spaarbekkensluizen, om niet te veel water te verliezen uit het bovenwater stroomt er water in zijbekkens van de sluis, welk water weer wordt ingelaten bij het opvarende schutten. Het vervelende is dat het water door de zijkant onderdoor naar binnen stroomt en daardoor wordt je van de sluiswand afgedrukt waardoor je niet bij de bovenliggende bolder kunt waarop je over wilt pakken, een keer hebben we uit nood de lijn maar los gelaten, en toen bleek dat de boot in het midden van de sluis tamelijk rustig blijft liggen en met behulp van de boegschroef wij mooi recht in de sluis blijven liggen. Dit hebben we later meer gedaan. De boegschroef is onmisbaar als je dit soort sluizen met een rond schip wat een zeilboot is op de middenbolder moet schutten. Je moet wel op een bolder schutten want de bolders in de sluis staan te ver uit elkaar om op een voor en achterlijn te kunnen schutten, je zou niet bij beide tegelijk kunnen komen om over te zetten. Wat bij ons nog meespeelt is dat de mast aan de voorkant 2 m. uitsteekt en mijn grootste zorg is dat we met de mast of rolfok de sluiswand raken.

De laatste sluis, “sluis Eibach” is voorzien van drijvende bolders opvarend aan de BB zijde, dit is ideaal, je hangt je er aan vast en je stijgt met de bolder 19,5 meter omhoog, zonder verder iets te hoeven doen. Om 19.25 uur leggen we aan boven de sluis aan een kade (MD km 73) die onder een mooie rij bomen ligt die goede beschutting bieden tegen de wind, het ligt hier prima. Nu komt ook het toplicht van pas dat ik speciaal nog heb gemaakt voor dit soort gelegenheden. ’s Nachts komt er nog een vrachtschip bij liggen, maar dit is ‘s ochtends om 6.30 uur als ik even boven kijk al weer in de sluis verdwenen.

De TV ontvangst is hier perfect op ons eigen schoteltje en we genieten van Portugal Engeland.