27 juni ’04

 

Kelheim-Regensburg ( Donau KM 2377)

 

Na eerst de computer aangezet te hebben en alle reisverslagen weer te hebben bijgewerkt zijn we op de fiets naar Kelheim gegaan, de stad waar de Donau samenkomt met het Main-Donaukanaal.

Het was enkele reis 6 km. op de vouwfietsen, maar dat gaat probleemloos. Kelheim werd gekenschetst als een mooie stad, maar wij vonden het tegenvallen, het zag er verarmd uit, slecht onderhouden panden, hobbelige straten (kinderkopjes, en die voel je op kleine wielen dubbel). Wel een geweldige Italiaan met heerlijk ijs. Na in het stadje wat rondgekeken te hebben zijn we weer naar de boot gegaan.

Diesel getankt, 89 l. op 47 uur, dus op het laatste traject met ca. 2000 a 2500 toeren minder dan 2 liter/uur. Dat betekent dat we op de Donau gemakkelijk vanuit Wenen tot in Oltenita op onze dieselvoorraad (150 l. tank + 100 l. in jerrycans als reserve voorraad) kunnen komen. De totaal door het water afgelegde weg tegen stroom is volgens het metertje ca. 950 zeemijl.

Om 13.30 de trossen los, en met de stroom mee de Donau af. Het stroomt behoorlijk, en we schieten mooi op. Het water wordt hier al gauw wat breder, en je ziet overal om je heen snelle polyester bootjes, snel varend of in een mui voor anker.

Langs de kant is het een drukte van belang van mensen die een stukje vlees op een barbecue hebben liggen en met elkaar aan de waterkant ontspannen. Iedereen kijkt op van zo’n rare Nederlander met z’n mast liggend op de boot.

De mensen groeten ons hier weer spontaan, dat is veel plezieriger hier als we in midden Duitsland gewend waren, waar iedereen deed alsof je gek was als je de hand opstak.

Het is hier weer erg mooi om ons heen.

Om ca 17.00 uur komen we aan bij Regensburg, een grote stad in zuid Duitsland. Om Regensburg loopt de Donau in twee takken om de stad, je kunt er zuidelijk of noordelijk om heen. Vanwege een brug in de zuidelijke tak die 3.40 m. is moeten wij om de noord. Samen met een groot passagiersschip komen we door de sluis, en we draaien linksaf een tak in waarvan we begrepen hadden dat er een mooie haven zou liggen, we lopen echter in de monding stevig vast in de blubber, maar met het nodige motorgeweld komen we weer los.

Omgedraaid, en verderop de zuidelijke tak in, omdat daar een mooie haven is die direct bij de binnenstad ligt. Het is een prachtige stad, maar met de haven in zicht lopen we hard tegen een onderwater obstakel aan, en we komen niet verder. Er blijkt ook verder in Regensburg geen goede aanlegplaats te zijn, zodat we de Donau weer opdraaien. Hanny heeft er een behoorlijke schrik van gekregen en wil weg uit de stad. Bij km. 2377 zien we achter een Castrol tankschip een redelijke haven, en die blijkt diep genoeg, waar we ondertussen naar Denemarken Tsjechië zitten te kijken.

 

 

28 juni

 

Vandaag willen we veel kilometers maken, kijken wat we in 1 dag kunnen afleggen. Om 8.45 de trossen los en de Donau op. De Donau wordt breder, en de waterkant wat ruiger, niet zo gecultiveerd als andere rivieren die we tot nu toe gezien hebben. Het landschap om ons heen wordt vlakker en we varen veel leuk uitziende dorpen voorbij.

De sluizen zijn hier 240 m lang en 25 m. breed, wel voorzien van drijvende bolders, dus als je hangt is het een fluitje van een cent. De sluizen liggen ook beduidend verder uit elkaar, zodat je een veel grotere afstand kunt varen voor er weer geschut moet worden. Na 54 sluizen zijn we inmiddels een ervaren team, en we worden steeds handiger, maar het betekent toch iedere keer weer oponthoud en we vinden het zo wel genoeg. We moeten tot Wenen nu nog 10 sluizen, dus dat is te overzien. Daarna zijn de jongens aan boord en kunnen die het mooi overnemen.

We zijn  gewaarschuwd dat het na Straubing niet zo diep is, en dat we beslist tussen de tonnen moeten blijven aangezien hier gemene rotsen onder de wateroppervlakte liggen.

We zien regelmatig de dieptemeter op 2.10 m. staan, dus inderdaad niet veel over met onze 1.70 m. We concentreren ons op buitenbochten, dat scheelt enorm veel diepgang. Hanny heeft na de ervaringen van gisteren nog de bibbers en vraagt om het hutje mutje naar de diepgang. Vrachtschepen moeten hier vaak een deel van hun lading over zetten in andere schepen welke ze verderop weer terug nemen.

Mijn log wees ook nog te veel aan, zodat we de instelling 1 knoop terug gezet hebben (ik had hem nog geijkt op het IJsselmeer, maar blijkbaar is het niet goed gegaan).

Aan het eind van de middag vinden we na enig zoeken een ligplaats bij Hofkirchen (D km 2257), we hebben dus 120 km met de stroom mee afgelegd  in 9 uur inclusief 2 sluizen.

Een ligplaats bij verenigingen is niet eenvoudig, veelal hebben ze hier alleen maar een slipway voor hun sportboot, en in het geheel geen haven. Laat staan dat er een ligplaats voor een schip met 1.70 diepgang is.

Onderweg 2 Nederlandse jachten tegen gekomen die de andere kant op gingen, verder een enkel speedbootje en wat vrachtverkeer, maar het is verder erg rustig.

Het weer is zoals een zeiler het wil, blauwe luchten, voorbij komende stapelwolkjes, en een behoorlijke wind. We hebben al met al een lekker mediteraan kleurtje gekregen. Bij een van de sluizen ontstond door de wind nogal wat deining, ik ben toen blijven varen in de sluis, die toch veel te ruim is, tot de deuren dicht waren en het water weer rustig was voor we vast maakten.

Na 3 weken onderweg was de wasmand aardig gevuld en we komen onderweg nergens wasmachines tegen dus ten langen leste alles in de tupperware toverdoos en drogen aan de railing, het leek wel een balkon drie hoog, maar alles is weer schoon en droog.

De natuur is prachtig, het is genieten.

In het restaurantje waar we eten maakt Hanny een vlek in het tafelkleed, dit was niet erg volgens de waard als het Nederlands elftal voortaan maar niet van de Duitsers won, daar moesten we maar voor zorgen volgens hem.